e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neerpelt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vest kamizooltje (<fr.): kamezoolke (Neerpelt), vestje: vēͅstjə (Neerpelt), vɛsjə (Neerpelt), wambuisje: wɛməskə (Neerpelt) herenvest zonder mouwen met knopen [wes, west, weemeske, kolder, kamezool, zjielle, ziep, sentje [N 23 (1964)] || vest (fr. gilet) [ZND 16 (1934)], [ZND B1 (1940sq)] III-1-3
vestzakje giletzakje (<fr.): gieletzekske (Neerpelt) vestzakje [ziepzekse, weemesteske, vestjestes] [N 23 (1964)] III-1-3
vet te mesten stierkalf babystier: bēbistīr (Neerpelt), vet beest: vɛt best (Neerpelt) Zie voor de fonetische documentatie van (kalf) het lemma ''kalf'' (3.1.1). [N 3A, 75a] I-11
vet te mesten vaars vette vaars: (mv)  vɛtǝ vē̜rzǝ (Neerpelt), vetvaars: (mv)  vɛ̄tvɛ̄rzǝ (Neerpelt) [N 3A, 75c] I-11
vetkoe muntige koe: møntexǝ [koe] (Neerpelt), vetbeest: vɛtbīǝst (Neerpelt), vettige koe: vɛtexǝ [koe] (Neerpelt) Koe die niet meer geschikt is voor de produktie en daarom voor de slacht wordt gemest. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 77a; monogr.] I-11
vetweide vetwei: vɛtwē̜j (Neerpelt), vɛ̄twęi̯j (Neerpelt), wei: węi̯ (Neerpelt) Speciale, meestal afgemaakte wei waar men koeien laat grazen die niet meer geschikt zijn voor de productie en die als slachtvee bestemd zijn. [N 3A, 77b; N 3A, 77c; N 6, 33b; JG 1a, 1d; L 19B, 2aI; L 32, 45; RND 20; S 43; monogr.] I-8
veulen veulen: vø̄.lǝn (Neerpelt) Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.] I-9
vier uitersten vier uitersten: 4 oewtersten (Neerpelt) De vier uitersten van de mens (te weten: dood, oordeel, hemel, hel) [toponiem te Meijel: de Vruttersjte]. [N 96D (1989)] III-3-3
vieren houden: gəhoͅwən (Neerpelt), vieren: vieren (Neerpelt) gevierd [RND] || Vieren. [Willems (1885)] III-3-2
vigilie heiligavond: hèlligaved (Neerpelt) De avond vóór een kerkelijke feestdag [vigilie, heiligavond]. [N 96C (1989)] III-3-3