e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neerpelt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
volle aflaat volle aflaat: vollen aafloat (Neerpelt) Een volle aflaat. [N 96B (1989)] III-3-3
volwassen, mannelijk varken (ongesneden) beer: bei̯r (Neerpelt), bēr (Neerpelt), bīr (Neerpelt) De benamingen in dit lemma duiden op het volwassen, ongesneden, mannelijk varken. Opgaven voor het volwassen, ongesneden, mannelijk varken die beantwoorden aan de woordtypen berg en barg zijn verplaatst naar het lemma ''gesneden mannelijk varken'' (1.2.2). Zie afbeelding 1. [N 19, 7; RND 46 en 84; S 2; A 4, 4a; L 1a-m; L 20, 4a; L 37, 49d; L 14, 12; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
vonk vonk: voͅŋk (Neerpelt, ... ) vonk, geinster [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-2-1
voor de gek houden foppen: imət foppən (Neerpelt), kloten: imət klūtən (Neerpelt) iemand foppen [ZND B1 (1940sq)] III-1-4
voorbidden antwoorden: antwoorden (Neerpelt) Voorbidden. [N 96B (1989)] III-3-3
voorbruidje engel: èngel (Neerpelt) Het bruidje dat de stoet van eerste-communicantjes opent, d.w.z. vooropgaat [veuringel]. [N 96D (1989)] III-3-3
voorgeborchte voorgeborchte: vörgeborchte (Neerpelt) Het voorgeborchte van de hel [vörgebörchte]. [N 96D (1989)] III-3-3
voorgeborchte van de biechtstoel bankje: benkske (Neerpelt) Dat gedeelte van de biechtstoel, waar de biechteling neerknielt [voorgeborchte?]. [N 96A (1989)] III-3-3
voorhamer voorhamer: vø̜rhamǝr (Neerpelt) Zware, ijzeren hamer met lange steel die met beide handen vastgehouden wordt. De pen van deze hamer staat meestal dwars ten opzichte van de steel. Zie ook afb. 35 en 36. Volgens het Tungelroys woordenboek (pag. 245) en het Tongers woordenboek (pag. 661) werd de voorhamer gebruikt bij het grove en zware werk. [N 33, 69; N 64, 40h; N 66, 26; L B2, 233; monogr.] II-11
voorhoofd kop: də o:rən van də kop (Neerpelt), voorkop: de oaren van zene veurkop (Neerpelt) de aderen van zijn voorhoofd [ZND 19 (1936)] III-1-1