e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neerpelt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
waterspin schoenmaker: sxūnmakər (Neerpelt), waterspin: wo.tərspen (Neerpelt) waterspin [N 26 (1964)] III-4-2
watervoor spitvoord: spet˲[voord] (Neerpelt) Een watervoor is een meestal wat diepere voor die men vóór de winter over de akker trekt, om overtollig water te laten afvloeien. Een watervoor kan dwars op de normale ploegvoren liggen, in het midden van de akker (bij uiteenploegen), tussen de delen van een in panden geploegde akker of ook wel om de (reeds ingezaaide) akker heen. In het algemeen brengt men watervoren aan op laaggelegen of natte gronden, akkers met een laagte erin of op een hellende akker om te voorkomen dat de grond wordt uitgespoeld. De benamingen kunnen ook gebruikt worden voor de middenvoor (omdat deze vaak als watervoor fungeert), verder voor de brede of grove voren van een akker die "op de wintervoor" is gelegd om hem te laten uitvriezen of voor ondiepe waterlopen, greppels en geulen in het algemeen. [N 11, 59b; N 11A, 137k; N 11A, 137i add.; div.] I-1
wbd: afzeggen niet doorgaan: ps. omgespeld volgens Frings. Het -tekentje heb ik letterlijk overgenomen.  də ⁄kuəp get ni dor (Neerpelt) ongedaan, De koop ~ maken [de koop ontdoen?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: in trek goede markt: ps. omgespeld volgens Frings. Het -tekentje heb ik letterlijk overgenomen.  ⁄t əs ən guj ⁄mēͅrt gəwest (Neerpelt) Goed in de markt liggend, een goede prijs opbrengend [willig, b.v. de eieren zijn willig deze maand?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: kwaadgeld = kwaadgeld kwaad geld: ps. omgespeld volgens Frings. Het -tekentje heb ik letterlijk overgenomen.  ⁄kogēͅlt (Neerpelt) kwaadgeld: Als men vindt dat iemand teveel vraagt, zegt men: "hoeveel ...... is daarbij"[kwaad-geld?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: staartgeld / minder vragen dolperen: ps. omgespeld volgens Frings. Het -tekentje heb ik letterlijk overgenomen.  heͅj het gə⁄dølpərt (Neerpelt) verschil: Vraagt men aanvankelijk teveel geld voor wat men wil verkopen, dan moet men tenslotte vaak genoegen nemen met minder dan men eerst kon krijgen; hoe noemt men in zulk geval het verschil tussen wat men eerst kon krijgen en wat men tenslotte werkel [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: verkopen voor geven: ps. omgespeld volgens Frings. Het -tekentje heb ik letterlijk overgenomen.  as ex ər deͅ vør krix dan gēͅf ex zə (Neerpelt) verlaten, Zegt men bij u: ik wil die geit voor zoveel geld wel ~ = voor die prijs wil ik ze wel verkopen [soelieje?] [N 21 (1963)] III-3-1
weddenschap wedding: weddinh (Neerpelt), weddingschap: wɛdiŋschap (Neerpelt) weddenschap [RND] || Wedding. [Willems (1885)] III-3-2
weefkamer weefkamer: weefkamer (Neerpelt) De kamer of het vertrek waarin geweven wordt en waar het spinnewiel of de weefstoel staat. Dat kan de keuken, de opkamer, de naaikamer of een kamer(tje) zijn. In dit lemma gaat het om een weefruimte in het huis. [N 39, 4; N 5A (I] II-7
weefsel, stof stof: grise stōf (Neerpelt), stof (Neerpelt), stôf (Neerpelt) een grijze stof [ZND B1 (1940sq)] || Hoe noemt U: stof in het algemeen [N 62 (1973)] III-1-3