e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neerpelt

Overzicht

Gevonden: 4325
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
brouwerij brouwerij: brǫwǝrɛ̄j (Neerpelt) De plaats of het bedrijf waar men bier brouwt. In dit lemma zijn niet opgenomen de woorden die verwijzen naar een specifiek bedrijfsgebouw binnen de brouwerij. Zie daarvoor de lemmata ''mouterij, brouwhuis'', etc. Volgens de zegslieden uit Q 78 en Q 196 werd de term "panhuis" vroeger gebruikt, maar werd hij inmiddels vervangen door "brouwerij". Ook de invuller uit Q 188 vermeldt dat hij de term "panhuis" slechts uit oude archieven kent. [L 22, 27b; L 1u, 26;monogr.] II-2
brug brug: bryX (Neerpelt), brøx (Neerpelt), schoor: sXu.ər (Neerpelt) brug [RND] || een houten brug [ZND 22 (1936)] III-3-1
bruid bruid: broewd (Neerpelt), 1a-m; 22, 29a;  brŏĕt (Neerpelt) bruid [ZND 01 (1922)] || de bruid [broeëd] [N 96D (1989)] III-2-2
bruidegom bruidegom: 1a-m; 22, 29a;  brŏĕddəgòm (Neerpelt) bruidegom [ZND 01 (1922)] III-2-2
bruidje in de processie bruidje: bruudje (Neerpelt), ə bry(3)tjə (Neerpelt), bruidjes  brydjəs (Neerpelt), bruutjes  brytjəs (Neerpelt) Een in het wit gekleed meisje in de processiestoet [bruidje, maagdje, ingelche]. [N 96C (1989)] || Een maagdeken ( in de processie). [ZND B1 (1940sq)] || Hoe heten de kleine meisjes die in de processie gaan? [ZND 22 (1936)] III-3-3
bruidsjapon trouwkleed: trouwkliejed (Neerpelt) de bruidsjapon, het bruidskleed [N 96D (1989)] III-2-2
bruidsmeisje bruidsmaagdje: broewdsmèchtjen (Neerpelt) het bruidsmeisje [brönkesje] [N 96D (1989)] III-2-2
bruidspaar koppel: koppel (Neerpelt) het bruidspaar [N 96D (1989)] III-2-2
bruidssluier sluier: sluier (Neerpelt), voile: voile (Neerpelt) de sluier van de bruid, trouwsluier [sleuer] [N 96D (1989)] III-2-2
bruidsstoet suite (fr.): suite (Neerpelt) de bruidsstoet [broeds-tsoch] [N 96D (1989)] III-2-2