20394 |
echtgenoot |
man:
man (L312p Neerpelt),
mens:
mi:nə miens (L312p Neerpelt),
vent:
vent (L312p Neerpelt)
|
man met wie je getrouwd bent (echtgenoot) [N 102 (1998)]
III-2-2
|
20391 |
echtgenote |
andere helft:
ander helft (L312p Neerpelt),
vrouw:
vrouw (L312p Neerpelt),
wijf:
mi: wi:f (L312p Neerpelt)
|
vrouw met wie je getrouwd bent (echtgenote) [N 102 (1998)]
III-2-2
|
21313 |
eed |
eed:
eed (L312p Neerpelt),
ied (L312p Neerpelt),
ijd (L312p Neerpelt)
|
eed [ZND 23 (1937)]
III-3-1
|
24436 |
eekhoorn |
eekhoorntje:
ēkøͅrnt’ə (L312p Neerpelt),
ook ZND 02, 008
eekhörentje (L312p Neerpelt)
|
eekhoorn [ZND 01 (1922)] || eekhoorntje [ZND B2 (1940sq)]
III-4-2
|
33803 |
eeltwrat, zweelwrat |
wrat:
(mv)
vratǝ (L312p Neerpelt)
|
Wratvormige uitwassen (zweel = eelt) binnenwaarts aan de hoofdschenkels van voor- en achterpoten. Ze zijn, net als de vingerafrukken bij de mens, volkomen individueel. Men veronderstelt dat ze overblijfselen van een extra teen of aanhangsel zijn. Zie afbeelding 2.27. [A 4, 2e; L 20, 2e; N 8, 32.1, 32.3, 32.4, 32.13, 32.15 en 32.16]
I-9
|
23667 |
een aflaat verdienen |
aflaat:
aaflaot (L312p Neerpelt)
|
Een aflaat verdienen/winnen/bekomen/halen/bidden [ne ablas verdeene?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23781 |
een askruisje halen |
kruisje halen:
krüske halen (L312p Neerpelt)
|
Zich met as laten tekenen op Aswoensdag, een askruisje halen. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
20145 |
een blauwtje lopen |
hij is afgewezen:
hei is afgewezen (L312p Neerpelt)
|
een andere benaming voor: hij heeft een blauwtje gelopen. Als een jongen door een meisje wordt afgewezen zegt men wel: --. Kent u voor dit feit in uw dialect een andere uitdrukking? (bv. hij heeft een blonde gelopen, een blauwe scheen krijgen, enz) [DC 52 (1977)]
III-2-2
|
20505 |
een borrel drinken |
een borrel pakken:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
ne borrel pakken (L312p Neerpelt),
een drupje drinken:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
drypkə dreŋkə (L312p Neerpelt),
een drupje pakken:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
drəpkə pakən (L312p Neerpelt),
een drupke pakken (L312p Neerpelt),
een glaasje nemen:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
e glɛskə nemə (L312p Neerpelt),
er een pakken:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
er iene pakken (L312p Neerpelt)
|
druppel (drinken), een borrel pakken [ZND 23 (1937)]
III-2-3
|
20941 |
een boterham smeren |
een boterham smeren:
ənə bōtram smērən (L312p Neerpelt)
|
smeren [RND]
III-2-3
|