| 33499 |
augurk |
augurk:
WBD/WLD
augurk (Q117p Nieuwenhagen),
gurk:
WBD/WLD
gòrk (Q117p Nieuwenhagen),
zure bom:
WBD/WLD
zōēër bom (Q117p Nieuwenhagen),
zure gurk:
WBD/WLD
zōēër gòrk (Q117p Nieuwenhagen)
|
Een soort van kleine komkommer die vaak in azijn wordt ingemaakt; een augurk (canichon, augurk). [N 82 (1981)]
I-7
|
| 23401 |
aureool |
heiligenkrans:
hilligekràns (Q117p Nieuwenhagen),
heiligenschijnkrans:
dr hillige-sjiehn krans (Q117p Nieuwenhagen),
heiligenschijnkransje:
dr hillige-sjiehn krenske (Q117p Nieuwenhagen)
|
De gouden lichtkrans of -kring boven om het hoofd van een heiligenbeeld [aureool, nimbus?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 21137 |
auto |
auto:
Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!
autōō (Q117p Nieuwenhagen),
wagen:
Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!
wāān (Q117p Nieuwenhagen)
|
een bestuurbaar voertuig op 3 of meer wielen, voortbewogen door een zich daarin bevindende motor, meestal gedreven door benzine [auto, wagen, kar, tuffer] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 22370 |
autoped |
roller:
roͅlər (Q117p Nieuwenhagen)
|
Het speeltuig bestaande uit een plankje op twee kleine wielen met een stuurstang waarop men door afzetten met de voet rijdt [autoped, glijer, step, aveseerplankje]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
| 25073 |
averechts, achterstevoren |
averechts:
āāvəréchts (Q117p Nieuwenhagen),
dwars:
dwééësj (Q117p Nieuwenhagen)
|
niet de goede zijde tonend [averechts, verhard, verkeerd, keeraats] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
| 23257 |
avondgebed |
avondgebed:
oaventgebèt (Q117p Nieuwenhagen),
t oavendgebed (Q117p Nieuwenhagen)
|
Het avondgebed/avondsgebed met gewetensonderzoek [aovendgebed, aovesgebed, aoëvetsjebed?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 20582 |
avondmaal |
avondbrood:
aovundbroeëd (Q117p Nieuwenhagen),
óóvendbrōēd (Q117p Nieuwenhagen),
avondeten:
aovendeate (Q117p Nieuwenhagen),
aoventaete (Q117p Nieuwenhagen)
|
de laatste maaltijd van de dag (verschil tussen zomer en winter [N 06 (1960)] || maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: avondeten [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
| 24445 |
avondspin |
avondspin:
aovendsjpin (Q117p Nieuwenhagen)
|
spin, gelukbrengende ~ die men bij avond op muren ziet zitten [aovendspin] [N 26 (1964)]
III-4-2
|
| 24061 |
avondwake |
dodenwake:
de doeëdewaak (Q117p Nieuwenhagen),
de dōēëdewāāk hóóëte (Q117p Nieuwenhagen)
|
De dienst gehouden op de avond voorafgaand aan de begrafenis. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 20546 |
azijn |
azijn:
azien (Q117p Nieuwenhagen),
essence (fr.):
ésséns (Q117p Nieuwenhagen),
essig:
essig (Q117p Nieuwenhagen),
éssig (Q117p Nieuwenhagen)
|
azijn [DC 35 (1963)] || azijn; Hoe noemt U: De zure vloeistof bestaande uit azijnzuur en water, die o.a. gebruikt wordt bij het bereiden en conserveren van spijzen (azijn, arzijn, eek) [N 80 (1980)]
III-2-3
|