23985 |
biechtvader |
biechtvader:
biechvadder (Q117p Nieuwenhagen)
|
De biechtvader [biechvadder]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
21270 |
bieden |
bieden:
bɛijə (Q117p Nieuwenhagen)
|
bieden [RND]
III-3-1
|
20830 |
bier |
bier:
béér (Q117p Nieuwenhagen)
|
bier [RND]
III-2-3
|
20640 |
bierpap |
bierslem:
beerschlém (Q117p Nieuwenhagen)
|
Bierpap (beerslemp?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20665 |
biersoep |
biersoep:
beersoep (Q117p Nieuwenhagen)
|
Soep, hoofdzakelijk gemaakt van bier (biersoep, beersop, bierzuipe) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
34238 |
biestmelk |
biest:
bēs (Q117p Nieuwenhagen)
|
De eerste melk van de koe, nadat ze gekalfd heeft. [L 32, 100; JG 1a, 1b; S 3; A 7, 18; monogr.]
I-11
|
34345 |
biggen werpen |
baggen:
bagǝ (Q117p Nieuwenhagen)
|
Biggen ter wereld brengen. [N 19, 13; JG 1a, 1b, 2c; monogr.; N C, add.]
I-12
|
32547 |
biggenmand |
korf:
kørf (Q117p Nieuwenhagen)
|
Langwerpige gevlochten mand waarin men biggen naar de markt vervoert. Niet alle woordtypen duiden op een gevlochten mand. Een kurrenbak en een krat wijzen op een bak van planken gemaakt. [N 19, 29; monogr.]
I-12
|
21863 |
bij opbod verkopen |
roepen:
rōōpə (Q117p Nieuwenhagen)
|
bij opbod verkopen (aan de meest biedende) op een veiling [roepen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
23756 |
bijbel |
bijbel:
dr biebel (Q117p Nieuwenhagen),
dr bīēbel (Q117p Nieuwenhagen)
|
De bijbel [biebel]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|