17700 |
urineren |
pissen:
pisse (Q117p Nieuwenhagen),
slijpen:
schliepe (Q117p Nieuwenhagen),
vloeien:
floi̯ǝ (Q117p Nieuwenhagen),
zeiken:
zèken (Q117p Nieuwenhagen),
zē̜kǝn (Q117p Nieuwenhagen)
|
urineren [N 10c (1961)] || urineren van een mens [N 38 (1971)] || Vloeibare ontlasting hebben, gezegd van vee. [N 38, 18b; JG 1a, 1b; monogr.]
I-11, III-1-1
|
24090 |
ursuline |
ursuline:
ing órzelien (Q117p Nieuwenhagen),
oerzəlieng (Q117p Nieuwenhagen)
|
Een Ursulin [Ursulien]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
19027 |
v |
bezopen:
bəzaopə (Q117p Nieuwenhagen)
|
onverstandige, ergerlijke of gekke dingen doend of zeggend [dwaas, mal, zot, gek] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
22465 |
vaandel |
vaan:
vān (Q117p Nieuwenhagen)
|
De aan de stok gedragen doek met de kleuren of emblemen van een vereniging of gilde [vaandel, vendel, vaan]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22466 |
vaandeldrager |
vaandrager:
vāndrēͅəgər (Q117p Nieuwenhagen)
|
Degene die het vaandel draagt in een schutterij, gilde [vaandrig, venderik, afferis, vendelzwaaier]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
34061 |
vaars |
rind:
reŋk (Q117p Nieuwenhagen),
vaars:
vēǝš (Q117p Nieuwenhagen),
vē̜š (Q117p Nieuwenhagen),
vɛš (Q117p Nieuwenhagen)
|
Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20]
I-11
|
20330 |
vader |
oude:
door oudere kinderen; klinkt iets ongunstig
ouwe (Q117p Nieuwenhagen),
pap:
pap (Q117p Nieuwenhagen),
vader:
vadder (Q117p Nieuwenhagen, ...
Q117p Nieuwenhagen)
|
(vader;) Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken? [DC 05 (1937)] || vader; (Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken?) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
18949 |
vagebond |
landstreicher (du.):
làntsjtraichər (Q117p Nieuwenhagen),
stroper:
sjtrēūpər (Q117p Nieuwenhagen)
|
een persoon zonder vaste woonplaats en zonder middelen van bestaan, vaak met een slecht gedrag [vagebond, kreugekruier, skoefel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23330 |
vagevuur |
vagevuur:
t vagevuur (Q117p Nieuwenhagen),
vaagevuur (Q117p Nieuwenhagen),
véégevuur (Q117p Nieuwenhagen)
|
Het vagevuur [vèègvuur, veëjevuur]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
27567 |
vakbond |
bond:
bont (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Wilhelmina]),
katholieke club:
katǝlikǝ klup (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Vereniging van werknemers. Men kende een katholieke en een socialistische vakbond. [N 95, 982; N 95, 982 add.]
II-5
|