e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nieuwenhagen

Overzicht

Gevonden: 4514
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
broedermeester broedermeester: d`r broedermeester (Nieuwenhagen) De persoon die tijdens de bidprocessies (op St. Marcus en de kruisdagen) met een staf beurtelings de voorbiddende en de nabiddende rij aanwees (broedermeester). [N 96C (1989)] III-3-3
broederschap van de heilige kindsheid kindsheid: de kinsheed (Nieuwenhagen) De broederschap van kinderen die als doel had de heidense kinderen, vooral die in China, op te voeden, Broederschap der H. Kindsheid [Hèllige Kinsheid]. [N 96D (1989)] III-3-3
broek boks: boks (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Laura, Julia]) Broek gemaakt van zeer stevige stof en voorzien van dubbele knieēn. Volgens een informant van Q 121 is de "kuilboks" een onderdeel van de "kuilmontuur". [N 95, 61; monogr.] II-5
broek: algemeen boks: boks (Nieuwenhagen), heë hool zieng boks op mit inne leere reem (Nieuwenhagen) broek in het algemeen [boks, sjmeek, brits] [N 23 (1964)] || Broeksriem. Hij hield z’n broek op met een leren riem. [DC 35 (1963)] III-1-3
broekland, moeras moeras: mōrās (Nieuwenhagen), zomp: zomp (Nieuwenhagen) moeras [DC 02 (1932)] III-4-4
broekspijp boksenpijp: boksepiaepe (Nieuwenhagen) pijpen van een broek [bokspijpe, broeksepejpe] [N 23 (1964)] III-1-3
broeksriem boksenriem: boksereem (Nieuwenhagen), riem: heë hool zieng boks op mit inne leere reem (Nieuwenhagen) band of riem waarmee de broek in de taille wordt opgehouden [boekreem, boekband, boksemband] [N 23 (1964)] || Broeksriem. Hij hield z’n broek op met een leren riem. [DC 35 (1963)] III-1-3
broekzak achter vottentas: vottetesj (Nieuwenhagen) zak aan de achterkant van de broek [konttes, votteske] [N 23 (1964)] III-1-3
broekzak opzij boksentas: boksetésj (Nieuwenhagen) broekzak opzij [broeksebuil, boksetes, boksenbool, venget] [N 23 (1964)] III-1-3
broer broer: broor (Nieuwenhagen, ... ) broeder [DC 05 (1937)] || broer [DC 03 (1934)] III-2-2