e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nieuwerkerken

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
waterketel, moor ketel: keͅtəl (Nieuwerkerken), pot: poͅt (Nieuwerkerken) de gewone ketel om water te koken (fr. bouilloire) [ZND 36 (1941)] III-2-1
waterput put: pøt (Nieuwerkerken) [RND 08] I-7
waterring van de mijt waterlaag: wɛtǝrlōx (Nieuwerkerken) Waterring, waterlaag of kaplaag van de korenmijt. De laag schoven die het verst naar buiten steekt, juist waar de kap begint. Zie de toelichting bij het lemma ''buitenstaande korenmijt'' (5.1.18). Voor euze enz. vergelijk wnt XI, onder oozie, ooziedrup enz., "het gedeelte van het dak dat over den muur uitsteekt en het regenwater afwerpt", "afdak" dus. Zie afbeelding 8, a. [N 15, 45c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-4
weddenschap weddingschap: wödiŋschap (Nieuwerkerken) weddenschap [RND] III-3-2
weer genezen weer genezen: wir geniəze (Nieuwerkerken), weer op zijn effen: wir op z`n effe (Nieuwerkerken) hij is weer op zijn effen (weer genezen) [ZND 34 (1940)] III-1-2
weerlichten heiweren: heewiərt (Nieuwerkerken) weerlichten [ZND 21 (1936)] III-4-4
weg baan: bōͅn (Nieuwerkerken) weg [RND] III-3-1
wei wei: węi̯ (Nieuwerkerken, ... ) Dunne, zoete vloeistof die, na de afscheiding van de kaasstof, van de melk overblijft. [L 27, 30 en 31; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 7, 15, 27 en 28; L 2, 7; A 9, 15a en 15b; S 15; Ge 22, 65 en 128; monogr.] || In het algemeen een stuk weiland of grasweide waar het vee graast. Bedoeld is een niet-omheinde weide. [N 14, 50a; N 14, 50b; N 5AøIIŋ, 76d; N 5AøIIŋ, 76e; N M 4a; L 19B, 2a!; L A2, 430; L 4, 40; L 32, 45; JG 1b, 1d, 2c; A 10, 3; A 3, 40; RND 20; Wi 4; R; S 43; Vld.; N 14, 129 add.; monogr.] I-11, I-8
welig, gelp fel: fęi̯l (Nieuwerkerken) Opgaven voor de uitdrukking "de tarwe groeit welig, staat gelp". Derf betekent eigenlijk "ongaar, onrijp". [L 35, 61; monogr.] I-4
wenkbrauw wenkbrauw: Slechts zelden gebruikt.  wenkbrauwen (Nieuwerkerken), wenkschel: wijnschellen (Nieuwerkerken) dikke wenkbrauwen (haarbogen op het voorhoofd) [ZND 34 (1940)] III-1-1