e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
fel bovenmate, hevig, zeer:   föl (Diepenbeek), (bijwoord).  fè.l (Hasselt), Vb. - icb bè fö.l verkaat (ik ben zeer/erg verkouden). - te fö.l gezaa.te spék (te zeer/erg gezouten spek).  fö.l (Zonhoven), flink; flinke persoon:   fel (As), gierig:   əs zu fɛl (Mielen-boven-Aalst), hartelijk:   zij hèbben oz fèl ontvangen (Hasselt), zə habben os fəl ondvangen (Eigenbilzen), zə həbbə n ŏs fēͅl ŏntōͅlt (Vroenhoven), moedig (zijn): dat ès e fèl man  fèl (Genk), nauwgezet; nauwgezet persoon:   é is fél (Bilzen), onstuimig:   fael (Weert), stoutmoedig: De fellen o‰et(h)ange: de held uithangen  fe.l (Hasselt, ... ), trots:   fèl (Lanklaar, ... ), slecht leesbaar  féel (Wellen), welig, gelp:   fel (Gorsem, ... ), fęi̯l (Nieuwerkerken), zeer warm weer:   vandaag wört ’t fĕĕl (Panningen) I-4, III-1-4, III-3-1, III-4-4