e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L433p plaats=Nieuwstadt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
omboorden afbiezen: āfbizǝ (Nieuwstadt) Omboorden in het algemeen oftewel het insluiten van een rafelkant met een enkele of dubbele bies en in het bijzonder het met en lint afzetten van een colbert. [N 59, 86; N 62, 17; MW] II-7
ombraak ombraak: ombraak (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]) Een gang om de hoofdschacht dienend voor het omleiden van het vervoer. [N 95, 185; N 95, 695; N 95, add.; Vwo 251; Vwo 548; Vwo 552; monogr.] II-5
omheining van het kerkhof kerkhofmuur: kirkhufmoer (Nieuwstadt) De muur, de omheining van het kerkhof [toen, toun, tuun?]. [N 96A (1989)] III-3-3
omhooggaan opgaan: opgaon (Nieuwstadt) rijzen: Naar boven gaan, omhooggaan (rijzen, stijgen). [N 84 (1981)] III-1-2
omkeerrol keerrol: kę̄rrǫl (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Maurits]) Rol aan het eind van de bandtransporteur waarover de band weer wordt teruggevoerd. [N 95, 642; monogr.] II-5
omslag van de broek omslag: omslaag (Nieuwstadt), plint: plint (Nieuwstadt) de omslag van de broek [N 59 (1973)] III-1-3
onbelangrijk niks waard: niks weerd (Nieuwstadt), weinig: wenig (Nieuwstadt) niet veel [luttel, min, schriel, weinig] [N 91 (1982)] || van geen belang, niet belangrijk [ongewicht] [N 91 (1982)] III-4-4
onbeleefd bot: bot (Nieuwstadt) niet wellevend, handelend in strijd met de beleefdheid [onbeleefd, bot] [N 87 (1981)] III-3-1
onbeschaafd lomp: lōmp (Nieuwstadt) ruw, niet beschaafd [lomp, loer, boers, onbeschoft, nut] [N 87 (1981)] III-3-1
onbeschaamd astrant: asstrant (Nieuwstadt) geen schaamtegevoel hebbend [ekstrant, onbeschaamd] [N 85 (1981)] III-3-1