e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L433p plaats=Nieuwstadt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
roepen roepen: raupe (Nieuwstadt), schreeuwen: sjreeuwe (Nieuwstadt) op een luide manier iets mededelen, roepen [skriesen] [N 87 (1981)] III-3-1
roepwoord voor de geit geit: gęi̯t (Nieuwstadt) [N 19, 74e; VC 14, 2l r; L B2, 259e -263-; monogr.; N C, Q 111 add.] I-12
roepwoord voor de jonge geit lammetje: lɛmkǝ (Nieuwstadt) [N 19, 74f; VC 14, 2m -r-] I-12
roeren roeren: ruire (Nieuwstadt) roeren [DC 47 (1972)] III-2-3
roest roest: ros (Nieuwstadt), ròs (Nieuwstadt) roest, rood- of bruingele bedekking die aan de oppervlakte van ijzer en staal ontstaat door verbinding met zuurstof, vooral in een vochtige omgeving [roester] [N 81 (1980)] III-4-4
rog rog: rog (Nieuwstadt) Hoe noemt u de rog: een kraakbeenvis met een afgeplat schijfvormig lichaam. Het voorste deel van het lichaam (romp en borstvinnen) vormt een ronde tot vierkante schijf. Het lichaam eindigt in een lange dunne staart. De staart draagt twee rugvinnen. Aan de [N 83 (1981)] III-2-3
rok: algemeen rok: rok (Nieuwstadt) Hoe noemt U in het algemeen een rok? [N 62 (1973)] III-1-3
rokkostuum rok: rok (Nieuwstadt) het rok-costuum [N 59 (1973)] III-1-3
rollen wellen: wɛlǝ (Nieuwstadt) Het land bewerken met de rol, met de rol over het land gaan. In dit lemma zijn ook enige termen ondergebracht, die het rollen met een bepaald doel, resp. een tweetal manieren van rollen naar de richting betreffen. Voor het (...)-gedeelte van de varianten daarvan zij verwezen naar het simplex wellen aan het be-gin. [JG 1a + 1b; N 11, 87; N 11A, 187a + b + c + 189a; N P, 20 add.; monogr.] I-2
rommelpot rommelspot: rommelspot (Nieuwstadt) De pot die met een (varkens)blaas is overspannen; door het midden ervan is een rietje gestoken dat men vochtig maakt en op en neer beweegt, wat de blaas in trilling brengt [rommelpot, hoeperpot, foeperpot, foekepot]. [N 88 (1982)] III-3-2