e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L433p plaats=Nieuwstadt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schoppen stampen: sjtampe (Nieuwstadt) Schoppen: met de uitgestoken voet krachtig treffen (schoppen, trappen, trampen, stampen). [N 84 (1981)] III-1-2
schoppen in het kaartspel schoppen: sjoppe (Nieuwstadt) Hoe noemt u van het kaartspel de verschillende symbolen? (Het gaat om de gewone namen, niet om woorden voor "troef"enz.). - I. Schoppen. [DC 52 (1977)] III-3-2
schoren afpolten: āfpǫltǝn (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]) Een of meer horizontale houten balken tussen twee ondersteuningen plaatsen om te verhinderen dat de ondersteuningen door de gesteentedruk gaan verschuiven. Zie ook het lemma Schoor. [N 95, 301; N 95, 353; N 95, 300; N 95, 899; monogr.] II-5
schors (alg.) schil: sjel (Nieuwstadt) De buitenste bekleding van een boom (schors, blek, blot, blast). [N 82 (1981)] III-4-3
schorseneer schorseneer: sjorsjenaere (Nieuwstadt) [DC 76 (2002)] I-7
schortvol schootvol: sjootfol (Nieuwstadt) de hoeveelheid die men in één keer in zijn schort kan vervoeren [schoot, schortvol, slip] [N 91 (1982)] III-4-4
schouder schouder: sjouwer (Nieuwstadt) Hij gaf me een klap op mijn schouder. [DC 17 (1949)] III-1-1
schouderblad schouderblad: sjouerblaat (Nieuwstadt) Schouderblad: een der beide, driehoekige platte beenderen op de bovenrug die de schouders helpen vormen (schouderblad, schoft). [N 84 (1981)] III-1-1
schouderkussen kussen: køsǝ (Nieuwstadt), schouderkussen: šǫwǝrkøsǝ (Nieuwstadt) Klein glanskussen waarmee men de schouders kan persen. [N 59, 26b; N 59, 19b; N 59, 19e] II-7
schoudermantel met capuchon caban (fr.): kabōā (Nieuwstadt) schoudermantel met capuchon [N 59 (1973)] III-1-3