e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L433p plaats=Nieuwstadt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voet van de pijler pijlervoet: [pijler]vowt (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Emma]) Gewoonlijk het laagstliggende einde van de pijler; hier worden over het algemeen de in de pijler gewonnen kolen afgevoerd. Voor de fonetische documentatie van de woorden en woorddelen (pijler) en (streb) zie men het lemma Pijler. [N 95, 279] II-5
voet, maat van 0,28 m voet: vout (Nieuwstadt) de maat die een lengte aangeeft van 28 cm [voet] [N 91 (1982)] III-4-4
voetballen voetballen: voetballe (Nieuwstadt) Met een bal spelen [ballen, bollen, tossen]. [N 88 (1982)] III-3-2
voetganger voetganger: voutgenger (Nieuwstadt) een persoon die te voet gaat [voetganger, voetreiziger, voeteerder] [N 90 (1982)] III-3-1
voetzool zool: zool (Nieuwstadt) zool [DC 01 (1931)] III-1-1
vogel op de schutsboom vogel: vogel (Nieuwstadt) De houten vogel die afgeschoten moet worden. [N 88 (1982)] III-3-2
vogelpootje, serradelle serradelle: se`dęl (Nieuwstadt) Ornithopus sativus Brot. Een 30 tot 60 cm hoge plant met rechtopstaande stengel, veervormige blaadjes en roze-witte bloempjes. De plant bloeit van juni tot de herfst en wordt vooral op zandgonden als bemestingsgewas, maar ook als veevoeder geteeld. [N Q, 3; N 11A, 29c; JG 1a, 1b; R 3, 29; monogr.] I-5
vogelverschrikker klapper: kleppers (Nieuwstadt), man: man (Nieuwstadt), ratels: ratels (Nieuwstadt), vogelverschrikker: vogelversjrikker (Nieuwstadt) draden met wapperende lappen om vogels af te schrikken [DC 26 (1954)] || kruis met lappen in de gedaante van een pop om vogels af te schrikken [DC 26 (1954)] I-7
voile voile (fr.): vāōl (Nieuwstadt) lichte sluier die van een dameshoed afhangt [voile, vool, voel] [N 86 (1981)] III-1-3
volk (natie) volk: volk (Nieuwstadt) de gezamenlijke bewoners van een staat [volk, natie, diet] [N 88 (1982)] III-3-1