e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L433p plaats=Nieuwstadt

Overzicht

Gevonden: 3173
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
flink; flinke persoon schinder: sjinder (Nieuwstadt) geneigd om flink aan te pakken, om stevig door te werken [hel, flink] [N 85 (1981)] III-1-4
fluisteren fluisteren: fluustere (Nieuwstadt) fluisteren [DC 16 (1948)] III-3-1
fonkelen, flonkeren fonkelen: fūnkele (Nieuwstadt) levendig, maar niet onrustig stralen of glanzen, warm schitteren [sprietelen, fonkelen, flonkeren] [N 91 (1982)] III-4-4
fooi drinkgeld: drinkgeldj (Nieuwstadt) de gift in geld aan iemand die een dienst verleend heeft (vanwege zijn beroep) [fooi, pree, drinkgeld] [N 89 (1982)] III-3-1
framboos hensbeer: mv: -e (e van hens zeer kort)  hensbere (Nieuwstadt) [DC 13 (1945)] I-7
franje franjel: fraanjele (Nieuwstadt), (mv)  frānjǝlǝ (Nieuwstadt) Hoe noemt U een randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeengehouden (franje?)? [N 62 (1973)] || Randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeengehouden. [N 62, 59; MW; S 9; monogr.] II-7, III-1-3
fret fret: fret (Nieuwstadt) Fret, een tam bunzingachtig diertje waamee de konijnen uit hun holen worden verdreven [N 94 (1983)] III-4-2
fris weer koud: kaut (Nieuwstadt), kuut (Nieuwstadt) tamelijk koud, gezegd van het weer [koutig] [N 81 (1980)] III-4-4
fronsen fronselen: fronsjele (Nieuwstadt) Fronsen: tot rimpels samentrekken, gezegd van wenkbrauwen en voorhoofd (fronsen, zich fronsen, fronselen, rimpelen). [N 84 (1981)] III-1-1
fruit eten knatsen: knàtsjə (Nieuwstadt) fruit eten; Hoe noemt U: (Veel, onrijp) fruit eten (groezen, snaaien, snatsen, snoeien) [N 80 (1980)] III-2-3