e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L433p plaats=Nieuwstadt

Overzicht

Gevonden: 3173
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
graf graf: graaf (Nieuwstadt) Een graf [graf, graaf, jraaf?}. [N 96A (1989)] III-3-3
grafkruis kruis: kruuts (Nieuwstadt) Een houten of stenen kruis op een graf [grafkruus, graaf-/jraafkruuts?]. [N 96A (1989)] III-3-3
grafzerk grafsteen: graafsjtein (Nieuwstadt) Een grafsteen, grafzerk, grafmonument [graf-/graafsteen,-stieën,-sjtein, jraafsjtee, jraafdenkmaal?]. [N 96A (1989)] III-3-3
grap klootje: kleutje (Nieuwstadt) iets mals, iets zots, wat een persoon doet of zegt [grap, scherts, kortswijl, ui, kleutje, truut, spel, krak, zwans] [N 85 (1981)] III-3-1
grapjas flap: eine flap (Nieuwstadt), grapjas: grapjas (Nieuwstadt) iemand die altijd grapjes maakt [schacht, grapjas] [N 85 (1981)] || vol grappen, vermakelijk, gezegd van een persoon [plezierig, plezant, grappig] [N 85 (1981)] III-1-4
grasmus taats: taatsj (Nieuwstadt) Hoe heet de grasmusch? [DC 06 (1938)] III-4-1
grasveld, bleekveld bleek: bleik (Nieuwstadt) het grasveld waarop men wasgoed te bleken legt [bleek, dries, groes] [N 90 (1982)] III-2-1
graszode ris: reš (Nieuwstadt) Vierkant afgestoken stuk van de met gras begroeide bovengrond. Naar dialectbenamingen voor de graszode is vaak navraag gedaan getuige ook de bronnenopgave bij dit lemma. In verschillende enqu√™tes werd gevraagd naar de zode in het algemeen zowel de graszode als de heizode. De opgaven die betrekking hadden op de heizode zijn ondergebracht in lemma 3.14 ɛheizodeɛ.' [N 14, 77a; N 14, 77b; N 27, 39g; GV, K6; JG 1a, 1b; L 8, 123; L B2, 273; S 46; NE 2 II, 15; N 18, 38 add.; N 18, 40 add.; monogr.] I-8
grauwe vliegenvanger spinnenbijtertje: spennebieterke (Nieuwstadt) Hoe heet de grauwe vliegenvanger? [DC 06 (1938)] III-4-1
graven graven: grave (Nieuwstadt) Graven: met een spade of ander gereedschap in de grond delven (graven, spitten, spaden, paleien). [N 84 (1981)] III-1-2