e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L433p plaats=Nieuwstadt

Overzicht

Gevonden: 3173
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hijgen hijgen: hiege (Nieuwstadt) Hijgen: zwaar, hoorbaar ademen (hijgen, snakken). [N 84 (1981)] III-1-2
hinken hinkelen: hinkele (Nieuwstadt) Hinken: op één been voortspringen (hinken, hinkelen, hompen). [N 84 (1981)] III-1-2
hoed hoed: houd (Nieuwstadt) Deze hoed heeft een gele kleur [DC 42B (1967)] III-1-3
hoeden van koeien hoeden: hø̜̄jǝ (Nieuwstadt), los hoeden: lǫs hø̜̄jǝ (Nieuwstadt), met de koeien uitgaan: met dǝ kø̜j ūtgǭn (Nieuwstadt) [N 3A, 12a; N M, 2; JG 1a, 1b; A 48, 18c; L 1a-m; L 27, 5; S 14; Wi 39; R; monogr.] I-11
hoek (tussen twee lijnen) hoek: houk (Nieuwstadt) de ruimte tussen twee rechte lijnen of twee vlakken die elkaar ontmoeten [oord, hoek, winkel] [N 91 (1982)] III-4-4
hoekijzer hoekijzer: hǫwkīzǝr (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]) Metalen verbinding tussen de kap en de stijl van een jukondersteuning. Het hoekijzer is in tegenstelling tot de kapschoen al aan de kap bevestigd en kan met behulp van bouten aan de stijl worden vastgeschroefd. [N 95, 755; monogr.] II-5
hoekschop corner (eng.): körner (Nieuwstadt) Hoekschop. [DC 49 (1974)] III-3-2
hoektand oogstand: ougstantj (Nieuwstadt) hoektand [DC 01 (1931)] III-1-1
hoepel reep: reip (Nieuwstadt, ... ) a) Grote houten of ijzeren ring die met een stokje of een ijzeren haak wordt voortgedreven, zodat hij over de weg voortrolt [hoepel, reep, kuil]. [N 88 (1982)] || Hoe noemt men het kinderspeelgoed, bestaande uit een grote houten of ijzeren ring, die met een stokje, een haak of een oog wordt voortgedreven, zodat hij over de weg rolt? [DC 19 (1951)] III-3-2
hoepelen repen: reipe (Nieuwstadt) b) Met de hoepel spelen [hoepelen, banden, repen]. [N 88 (1982)] III-3-2