| 27734 |
aan het front |
aan het front:
ān ǝt fronjtj (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Julia])
|
[N 95, 474; N 95, 927; N 95, 398; monogr.]
II-5
|
| 23661 |
aanbidding van het allerheiligste |
aanbidding:
aanbidding (L433p Nieuwstadt)
|
De aanbidding van het Allerheiligste. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 25067 |
aandeel, part |
deel:
deil (L433p Nieuwstadt),
part:
paart (L433p Nieuwstadt),
stuk:
sjtūk (L433p Nieuwstadt)
|
het deel van het geheel dat men krijgt [garant, rantsoen, part, portie, deel] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
| 21470 |
aangeven, verklikken |
aandragen:
aandrage (L433p Nieuwstadt),
aangeven:
aangēve (L433p Nieuwstadt),
aanschieten:
minder netjes
aa-sjiete (L433p Nieuwstadt),
klatsen:
klatsje (L433p Nieuwstadt)
|
een overtreding of misdrijf bekend maken aan de overheid [aangeven, verklikken, verklappen] [N 90 (1982)] || heimelijk een overtreding of misdrijf aangeven [bij de overheid] [klikken, verklikken, paanderdragen, klikspanen] [N 90 (1982)] || klikken; Welk woord gebruikt u in uw dialect voor het doorvertellen aan vader, moeder of onderwijzer van iets, waarvoor een ander kind straf kan krijgen? [DC 48 (1973)]
III-3-1
|
| 27907 |
aanhangkap |
aanhangkapje:
ānhaŋkɛpkǝ (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Algemene benaming voor verschillende typen metalen kappen die bij ondersteuning in pijlers toegepast worden. Er bestaan verschillende soorten pijlerkappen, zoals de Haarmannkap, de Gutehoffnungshüttekap en de Van Werschkap. Pijlerkappen kunnen los naast elkaar worden geplaatst, maar ze kunnen ook onderling met elkaar worden verbonden. Daarnaast zijn er kappen die aan de reeds bestaande kunnen worden bevestigd en tegen het dak rusten en dit voorlopig ondersteunen zonder dat er een stijl onder is geplaatst. Dit type kap wordt vooral toegepast in mechanische pijlers waar een stijlenvrij koolfront noodzakelijk is (MBK III pag. 92-93). [N 95, 609; N 95, 363]
II-5
|
| 19975 |
aanhitsen |
kissen:
kisje (L433p Nieuwstadt)
|
Hoe noemt u een hond kwaad maken, aanhitsen (hitsen, hissen, opkiezen) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
| 21847 |
aanhoudend vragen |
schmeicheln (du.):
smeigele (L433p Nieuwstadt),
zaniken:
zanikke (L433p Nieuwstadt)
|
aanhoudend vragen om iets te krijgen [kutten] [N 87 (1981)] || alsmaardoor blijven vragen [maren] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
| 21707 |
aankondigingskastje |
kastje:
’t kesjke (L433p Nieuwstadt)
|
de plaats waar gemeentelijke aankondigingen etc. opgehangen worden [gebooi] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 27401 |
aankoppelen |
aankoppelen:
ānkǫpǝlǝ (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Met behulp van een koppeling mijnwagens aan elkaar vastmaken. [N 95, 679; monogr.; Vwo 7; Vwo 8; Vwo 10; Vwo 11]
II-5
|
| 28929 |
aanmeten |
(de) maat nemen:
mǭt nø̄mǝ (L433p Nieuwstadt)
|
Het nemen van de voor een kledingstuk vereiste maten. Bij de heren neemt men de maat van de rughoogte, taillelengte, gehele lengte van het kledingstuk, (halve) rugbreedte, ellebooglengte, mouwlengte, borstbreedte, bovenwijdte, taillewijdte, zitwijdte, armsgatdiepte, verhoudingsmaat, schouderhoogte, korte schouderhoogte, avancement, buikvoorsprong, lendebreedte; opening, lengte en zijlengte van het vest; knielengte, zijlengte, tussenbeenlengste, bandwijdte, zitwijdte, kniewijdte en voetwijdte van de broek (Papenhuyzen II, pag. 5 e.v.). Bij de dames neemt men de maat van de rughoogte, taillelengte, gehele lengte (halve) rugbreedte, ellebooglengte, mouwlengte, borstbreedte, eerste bovenwijdte, tweede bovenwijdte, taillewijdte, heupwijdte, armsgatdiepte, bustehoogte, verhoudingsmaat, voorlengte tot de rughoogtelijn, voorlengte tot de taillelijn, schouderhoogte, avancement, achterlengte, zijlengte, voorlengte, taillewijdte, heupwijdte en onderwijdte van de rok (Papenhuyzen I, pag. 6 e.v.). Zie voor het aanmeten o.a. afb. 23. [N 59, 43; N 62, 2a]
II-7
|