e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nieuwstadt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
weefsel, stof stof: sjtöf (Nieuwstadt), stofje: sjtufke (Nieuwstadt) Hoe noemt U: stof in het algemeen [N 62 (1973)] III-1-3
weerbarstig dwars: dwēāsj (Nieuwstadt) zich niet schikken, weerbarstig [dwars, nippig, contrare] [N 85 (1981)] III-1-4
weerlichten weerlichten: et waerleicht (Nieuwstadt), wéérligten (Nieuwstadt) bliksemen aan de horizon zodat alleen de weerschijn zichtbaar is zonder dat de donder gehoord wordt [weerlichten, heilichten] [N 81 (1980)] || bliksemen in de verte zonder dat het dondert [weerlichte] [N 06 (1960)] III-4-4
weerlichtx zeebrand: det is zeebrajnt (Nieuwstadt) bliksemen in de verte zonder dat het dondert [weerlichte] [N 06 (1960)] III-4-4
weersgesteldheid weer: wèr (Nieuwstadt) weer [DC 03 (1934)] III-4-4
weesgegroet weesgegroet: weesgegroet (Nieuwstadt) Het gebed "Weesgegroet Maria", "Ave Maria", groetenis [jejruust zais(t) de Maria]. [N 96B (1989)] III-3-3
weggrissen strietsen: Heeft meer de betekenis van wegstelen.  sjtritse (Nieuwstadt) grissen: Snel wegnemen (grissen, ritsen, keuteren, graaien). [N 84 (1981)] III-1-2
wegsnijden kant(en) afdunnen: kanjtj āfdønǝ (Nieuwstadt) Wegsnijden van de naadinleg, kanten afdunnen. [N 59, 117b] II-7
wegwijzer wegwijzer: waegwiezer (Nieuwstadt) een plank, bord, enz. met de richting van de weg, de afstand enz. (hand, handwijzer, wegwijzer) [N 90 (1982)] III-3-1
wei wei: węi̯ (Nieuwstadt, ... ) Dunne, zoete vloeistof die, na de afscheiding van de kaasstof, van de melk overblijft. [L 27, 30 en 31; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 7, 15, 27 en 28; L 2, 7; A 9, 15a en 15b; S 15; Ge 22, 65 en 128; monogr.] || In het algemeen een stuk weiland of grasweide waar het vee graast. Bedoeld is een niet-omheinde weide. [N 14, 50a; N 14, 50b; N 5AøIIŋ, 76d; N 5AøIIŋ, 76e; N M 4a; L 19B, 2a!; L A2, 430; L 4, 40; L 32, 45; JG 1b, 1d, 2c; A 10, 3; A 3, 40; RND 20; Wi 4; R; S 43; Vld.; N 14, 129 add.; monogr.] I-11, I-8