21814 |
jokken |
jokken:
(Eijsden!).
jokke (Q197p Noorbeek)
|
onwaarheden vertellen [beuzelen, gekken, jokken, leugen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
24175 |
jong en kaal vogeltje |
jong vogeltje:
joonk vögelke (Q197p Noorbeek, ...
Q197p Noorbeek),
vogeltje:
vugelke (Q197p Noorbeek)
|
een pas uitgebroed vogeltje (kwabbeke) [N 83 (1981)] || een vogel die nog gevoerd moet worden (kwèker) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
24176 |
jong en kaal vogeltje adj. |
bloot:
bloets (Q197p Noorbeek)
|
nog geen veren hebbend, gezegd van jonge vogels ( maaibloot, paddebloot) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
34399 |
jong mannelijk schaap tot ongeveer een half jaar |
bokje:
bø̜kskǝ (Q197p Noorbeek)
|
[N 77, 4]
I-12
|
24338 |
jong van een dier |
jong:
joonk (Q197p Noorbeek),
joŋt (Q197p Noorbeek),
ideosyncr.
’t jong (Q197p Noorbeek),
jongt:
jŏnkt (Q197p Noorbeek),
klein diertje:
klein dirke (Q197p Noorbeek)
|
[R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.]Hoe noemt u het jong van een dier (jonk, jonkie, welp, wulp, kakerd, kakernest) [N 83 (1981)] || jong (subst.; van een dier) [Roukens 12 (1937)] || klein beestje [DC 37 (1964)]
I-11, III-4-2
|
34025 |
jong van een rund |
kalf:
kalf (Q197p Noorbeek)
|
[N 3A, 4]
I-11
|
34314 |
jong varken |
bag:
bak (Q197p Noorbeek),
bagje:
bɛkskǝ (Q197p Noorbeek),
bɛqskǝ (Q197p Noorbeek)
|
Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.]
I-12
|
34398 |
jong vrouwelijk schaap tot ongeveer een half jaar |
germpje:
gɛrmkǝ (Q197p Noorbeek)
|
[N 77, 5]
I-12
|
34551 |
jonge gans |
gansje:
gø̜̄skǝ (Q197p Noorbeek),
jonge gans:
jǫŋ gǭs (Q197p Noorbeek)
|
De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.]
I-12
|
34448 |
jonge geit |
geit:
gē̜t (Q197p Noorbeek),
lammetje:
lɛmkǝ (Q197p Noorbeek)
|
[N 19, 71a; N 77, 75; A 9, 21; JG 1a; monogr.]
I-12
|