e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L322a plaats=Nunhem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koude noordenwind, bijs onderste wind: ongster windj (Nunhem) koude noorderwind [bies] [N 22 (1963)] III-4-4
koudvuur koudvuur: kaodveur (Nunhem) Koudvuur: versterf van weefsel of lichaamsdelen door afsluiting van de bloedtoevoer; gangreen (vuur). [N 84 (1981)] III-1-2
kous met knoopjes slobkous: sjlopkouse (Nunhem) kousen met knoopjes die over de gewone kousen worden gedragen [slopkouse, sjlopehaoze, sjloebe] [N 24 (1964)] III-1-3
kous: algemeen hoos: hoos (Nunhem), n kousen]: haos (Nunhem) Hoe noemt men de kous (de lange beenbedekking van den mensch)? [DC 09 (1940)] || kous, lange beenbekleding [haos, hous, sjtrump [N 24 (1964)] III-1-3
kousenband bindel: binjel (Nunhem) kousenband om het bovenbeen [bendel, binjel haozebendel, ongerbinjel, kousenbendel] [N 24 (1964)] III-1-3
kousenwol wol: wöl (Nunhem) Wollen garen voor het breien van kousen (saai, sajet) [N 79 (1979)] III-1-3
kouter ploegkouter: [ploeg]kǫu̯tǝr (Nunhem) Het lange smalle mes dat (achter de voorschaar) aan de ploegboom is bevestigd en dat bij het ploegen de voor vertikaal afsnijdt. [N 11, 31.I.c; N 11A, 85b; JG 1a + 1b; A 26, 4a; L 1 a-m; L 28, 40; Lu 4, 4a; S 19; monogr.] I-1
kouwe drukte omstand: ômsjtenj (Nunhem) drukte voor niets, kouwe drukte [bezwaai, pehaai, poehaai, behaai] [N 85 (1981)] III-1-4
kraag van een kraagmantel pelerine (<fr.): pellerien (Nunhem) kraag, zeer brede ~ van een kraagmantel (vero) [pellerien] [N 23 (1964)] III-1-3
kraaien, gezegd van de haan kraaien: krɛi̯ǝ (Nunhem) [N 19, 49; Vld.; monogr.] I-12