e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L322a plaats=Nunhem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spreeuw spreeuw: sprèèw (Nunhem) spreeuw (21,5 overal talrijke bekende soort; wel eens verward met merel [018]; in voorjaar paars glanzend-zwart en gele bek; rest van het jaar witgespikkeld bruin; altijd druk en in troepen; broedt in allerlei gaten; overal voorkomend [N 09 (1961)] III-4-1
sprinkhaan sprinkhaan: sprinkhaan (Nunhem) sprinkhaan [DC 07 (1939)] III-4-2
sproeten spronselen: sproonsele (Nunhem) sproet, sproeten [sproewtels] [N 10 (1961)] III-1-1
sprokkelen sprokkelen: sjpronkele (Nunhem) Sprokkelen: gevallen, dor hout zoeken (sprokkelen, stekkeren). [N 84 (1981)] III-1-2
sprookje vertelseltje: vertêlselke (Nunhem) een kindervertelsel [spruik] [N 87 (1981)] III-3-1
spruiten spruiten: sproete (Nunhem), spruitjes: spruutjes (Nunhem) spruitkool, spruiten als gerecht [N Q (1966)] III-2-3
spruitkool, spruitje spruiten: sproete (Nunhem) [N Q (1966)] I-7
spuiten spritsen (<du.): sjprietsen (Nunhem), spuiten: spuiten (Nunhem) persen, Met kracht vloeistof door een nauwe opening ~ (spuiten, spruiten, spritsen, sprietelen). [N 84 (1981)] || spuiten, met kracht door een nauwe opening naar buiten geperst worden, gezegd van water [spruiten, spritsen, sprietelen] [N 81 (1980)] III-1-2, III-4-4
spuwbakje, kwispedoor spijpotje: spiej-pötje (Nunhem) Spuwpotje of -bakje (spuwbakje, tufbak, speekbak, kwispedoor, kwispeldoer) [N 79 (1979)] III-2-1
staakijzer van de rosmolen rijnijzer: rīnīzǝr (Nunhem) De verticaal onder de molenstenen geplaatste, vaak van ijzer vervaardigde spil die de loper aandrijft. Zie ook de lemmata ɛstaakijzer van de windmolenɛ en ɛstaakijzer van de watermolenɛ.' [N D, 17] II-3