e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L322a plaats=Nunhem

Overzicht

Gevonden: 3136
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gestreepte broek streepjesboks: striepkesbóks (Nunhem) broek, gestreepte ~ van jacquet of kort zwart pak [striepkesboks] [N 23 (1964)] III-1-3
getob; tobben gedoens: gedoons (Nunhem), temptatie: tamtasie (Nunhem) het getob om iets gedaan te krijgen [gevil, vilderij, plagerij, gesukkel] [N 85 (1981)] III-1-4
getuige zijn getuigen: getuuge (Nunhem) getuige zijn bij een huwelijk [getuigen zijn, bronken] [N 87 (1981)] III-2-2
gevak gevak: šǝvāk (Nunhem) Het open vak dat ontstaat wanneer de horizontale en verticale balken aan elkaar bevestigd worden. In het gevak wordt het vlechtwerk of het metselwerk aangebracht. [N 4A, 52e; monogr.] II-9
gevoelig (zijn) gevoelig: geveulig (Nunhem), pijn: pie.n (Nunhem) Gevoelig: vatbaar voor, reagerend op gewaarwordingen bijv. pijn (gevoelig). [N 84 (1981)] III-1-1
gevoelloos (zijn) dood: dooëd (Nunhem), doof: douf (Nunhem) Gevoelloos: geen gevoel hebben, geen pijn voelen (dood, gevoelloos). [N 84 (1981)] III-1-1
gewelf gewelf: gǝwø̜lǝf (Nunhem), welfsel: wø̜lǝfsǝl (Nunhem) Gebogen vlak, samengesteld uit bakstenen, dat de overdekking vormt van een ruimte die wordt omsloten door muren of pijlers. Zie ook de lemmata 'Troggewelf' en 'Tongewelf'. [S 10; L 1 a-m; L 24, 12; N 79, 18; monogr.] II-9
gewillig gewillig: gewillig (Nunhem) graag bereid om iets te doen [gewillig, gemoeiig, geer] [N 85 (1981)] III-1-4
gewricht gewerf: gewerv (Nunhem) gewricht, gewrichten (draaipunt in het beenderstelsel) [gewrichte, gewervele, gewerve] [N 10 (1961)] III-1-1
gezelschap compagnie (fr.): kômpenie (Nunhem), kompel (<du.): kômpel (Nunhem) de persoon of personen waarmee men samen is [komplot, kompagnie] [N 87 (1981)] III-3-1