e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Obbicht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
viskorf viskast: vèsjkas (Obbicht, ... ) beun (vischkast) [SGV (1914)] III-3-2, III-4-2
vissen vissen: vèsje(n) (Obbicht) visschen (ww.) [SGV (1914)] III-3-2
vissnoer vissensnaard: [sic]  vèssjesnoart (Obbicht) hengel [SGV (1914)] III-3-2
vlaai vlaai: (taart is een betere soort vlaaj).  vlaaj (Obbicht) taart [SGV (1914)] III-2-3
vlaaischotel vlaaischotel: vlaaisjotel (Obbicht) schaal, plat, om een vlaai op te dienen [flaaischottel] [N 07 (1961)] III-2-1
vlaamse gaai markolf: merkuf (Obbicht) meerkol [SGV (1914)] III-4-1
vlag vaan: vaan (Obbicht) vlag [SGV (1914)] III-3-1
vlak, gelijk gelijk: geliek (Obbicht) vlak [SGV (1914)] III-4-4
vlam vlam: vlam (Obbicht) Vuurtong, vlam (vlam, laai) [N 79 (1979)] III-2-1
vleeskoe vleeskoe: vlęi̯skō (Obbicht) Koe die vlezig van bouw is. [N 3A, 149] I-11