e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Obbicht

Overzicht

Gevonden: 2561
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jong van een rund jong: jǫŋ (Obbicht) [N 3A, 4] I-11
jong varken bag: bak (Obbicht), baq (Obbicht), bagje: bɛkskǝ (Obbicht), kuusje: kyskǝ (Obbicht) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge geit lam: lamp (Obbicht) [N 19, 71a; N 77, 75; A 9, 21; JG 1a; monogr.] I-12
jonge kat katje: ketje (Obbicht) Hoe noemt u een jong katje? (jongske, katje) [N 104 (2000)] III-2-1
jongen jong: jōng (Obbicht) jongen (knaap) [SGV (1914)] III-2-2
jongste knecht, manusje van alles boerenknechtje: būrɛknɛxjǝ (Obbicht) Hulpje op de boerderij. In dit lemma is alleen datgene opgenomen wat nog niet in de lemma''s "knecht, algemeen" (1.3.12) of "koehoeder" (1.3.14) is behandeld. Vaak echter wordt de koejongen ook voor allerlei kleinere karweitjes op en om de boerderij ingezet. Onder klooier wordt een varkenshoeder verstaan. Een aanspender (afgeleid van ''aanspannen'') is een beginneling, die pas van school komt. Voor de fonetische documentatie van het woord (knecht) zie het lemma "knecht, algemeen" (1.3.12). [N M, 1c; monogr.] I-6
jood jood: Opm. de oe is heel kort.  joet (Obbicht, ... ) jood [SGV (1914)] III-3-1, III-3-3
judas judas: Judas (Obbicht) Judas [SGV (1914)] III-3-3
juffrouw juffer: joeffer (Obbicht) juffer [SGV (1914)] III-3-1
kaakbeen(rand) kaak: kaak (Obbicht) kaakrand waarin de tanden staan [raak] [N 10 (1961)] III-1-1