e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

Gevonden: 5227
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
duizeling, duizeligheid duizeligheid: duuzeligheid (Oirlo) duizeligheid [DC 60 (1985)] III-1-2
duizendblad hazebrood: hāzǝbruǝt (Oirlo), hazegerf: hazegaerf (Oirlo), hazegerve (Oirlo), hāzǝgɛrǝf (Oirlo), hazenbrood: hazebroeëd (Oirlo) Achillea millefolium L. Het gewoon duizendblad komt zeer algemeen voor in grasland, langs wegen en op stortplaatsen, maar ook als sierplant. Het heeft zeer fijnverdeelde veervormige bladeren, wit tot roze bloempjes in een schermvormige tuil en bloeit van juni tot oktober. De hoogte varieert van 15 tot 50 cm. [A 42B, 4a; monogr.] || duizendblad [DC 42b (1967)] || duizendbloemblad I-5, III-4-3
duizendschoon muurbloem: \'?\'  muurbloem (Oirlo), violet: dianthus barbatus  flet (Oirlo) duizendschoon (Dianthus barbatus L.) [N 92 (1982)] III-2-1
dulden uitstaan: iem. gōēd uût kunne staon (Oirlo) iemand dulden in zijn nabijheid, het kunnen uithouden [luchten, uithouden, uitstaan] [N 85 (1981)] III-3-1
dunne sjaal sjaal: sjaal (Oirlo) sjaal, dunne ~ [N 23 (1964)] III-1-3
durfal durfal: (in goede zin).  dörfal (Oirlo), frechlap (<du.): (in negatieve zin).  vreklap (Oirlo), geen schouwkeutel: genne schouwkeutel zien (Oirlo) heel veel durf hebbend [frank, boud, stout] [N 85 (1981)] || iemand die alles durft te doen [kadee, mannekeskneuter, durfal] [N 85 (1981)] III-1-4
durven durven: den dörft! (Oirlo), dörve (Oirlo), dörven (Oirlo) durven [SGV (1914)] || onverschrokkenheid in moeilijkheden en gevaren [moed, courage] [N 85 (1981)] III-1-4
dutje dutje: ein dutje doen (Oirlo) middagdutje [een ~ doen] [SGV (1914)] III-1-2
duur duur: duur (Oirlo) veel kostend, hoog van prijs [duur, dier, duurkopig, duurzaam, durabel, prijzig] [N 89 (1982)] III-3-1
duwen duwen: douwə (Oirlo), dowe (Oirlo) duwen [RND], [SGV (1914)] III-1-2