e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

Gevonden: 5227
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
eb, laagtij het water zakt: n.v.t.  ⁄t water zakt! (Oirlo) eb, teruggaan van het water van de zee en de toestand van laag water [N 81 (1980)] III-4-4
echo echo: echo (Oirlo), nagalm: (in de galmgaten)  (nao) galm (Oirlo) een naklinkend geluid [halm, nagalm, echo] [N 91 (1982)] III-4-4
echtgenoot baas: ba͂a͂s (Oirlo), echtgenoot: aechtgenoeët (Oirlo), J(onger) V(enraays)  echtgenoeët (Oirlo), kerel: kel (Oirlo), mens: meens (Oirlo), meensch (Oirlo), miene meens (Oirlo) (man. ) Bestaat er een woord voor man in de beteekenis van echtgenoot? [DC 05 (1937)] || [haar ~ en haar kinderen] [SGV (1914)] || de man met wie men getrouwd is [man, mens, baas] [N 87 (1981)] || echtgenoot || man, echtgenoot III-2-2
echtgenote mens: meens (Oirlo), vrouw: vrouw (die van mej) (Oirlo), vrow (Oirlo), òs vrow (Oirlo), vrouwtje: vrowke (Oirlo) de vrouw met wie men getrouwd is [wijf, vrouw] [N 87 (1981)] || echtgenote || echtgenote (mijn -) || echtgenote; liefkozend || vrouw, echtgenote III-2-2
eczeem eczeem: exceem (Oirlo) Eczeem: jeukende huiduitslag met blaren, roodheid, vochtafscheiding, korsten en schilfers (zilt, haarworm). [N 84 (1981)] III-1-2
eed eed: klank niet weer te geven  eid (Oirlo) eed [SGV (1914)] III-3-1
eekhoorn eekhoorntje: êkhurrentje (Oirlo), eekpoes: inkpoēs (Oirlo) eekhoorn || eekhorentje [SGV (1914)] III-4-2
eekhoorntjesbrood eekhoorntjesbrood: eekhoorntjesbrood (Oirlo) Eekhoorntjesbrood: een eetbare paddestoel met een bruine hoed en een lichtbruine, witgeaderde voet. Vaak wordt het vlees bij het doorbreken blauw. [N 92 (1982)] III-4-3
eelt, eeltknobbel zwel: zweel (Oirlo), zwiejel (Oirlo) eelt, eeltknobbel [SGV (1914)] || eelt, eeltknobbel [zweel, zweil, weer, jelt] [N 10a (1961)] III-1-2
een aflaat verdienen aflaat verdienen: en aflaot verdiene (Oirlo) Een aflaat verdienen/winnen/bekomen/halen/bidden [ne ablas verdeene?]. [N 96B (1989)] III-3-3