e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kwijl zever: zijver (Oirlo) Kwijl: uit de mond lopend speeksel (zever, kwijl). [N 84 (1981)] III-1-1
kwikken, op de hand wegen kwikken: schatten van het gewicht door het op te tillen  kwikke (Oirlo), punderen: schatten van het gewicht door het op te tillen  pundere (Oirlo) kwikken, op de hand wegen III-4-4
kwispelstaarten kwispelen: kwispele (Oirlo), kwispelstaarten: kwispelstarten (Oirlo) Hoe noemt u de staart heen en weer bewegen, als teken van vriendschap, gezegd van honden (kwispelen, kwipselen, kwipselstaarten, kwispelstaarten) [N 83 (1981)] || kwispelstaarten [SGV (1914)] III-2-1
kwitantie betaalbewijs: en betaalbewīēs (Oirlo), schein (du.): enne schien (Oirlo), teken mij dat eventjes af: taeken mej dat efkes af (Oirlo) kwitantie, bewijs van schulddelging [N 21 (1963)] III-3-1
kyrie eleison kyrie: kyrie (Oirlo) Het "vaste gezang"aan het begin van de mis, het "Kyrie eleison". [N 96B (1989)] III-3-3
laag grond laag: loag (Oirlo), laag grond: en laog groônd (Oirlo) laag (znw.) [SGV (1914)] || laag grond [laag, scheel, bank] [N 81 (1980)] III-4-4
laaggelegen weidegrond broek: brūk (Oirlo) Laaggelegen, vaak natte weidegrond, die men meestal gebruikt om te hooien. Vergelijk ook lemma 1.3.3 ɛbeemdɛ.' [N 14, 52; N P, 5; JG, 1a, 1b; S 5; A 10, 4; RND 20; L 19b, 2aI; Vld.; monogr.] I-8
laagte in het landschap laagte: lēxtǝ (Oirlo) Een laagte in het landschap in het algemeen. Vergelijk ook lemma 1.2.8 ɛlaagte in een akkerɛ.' [L 29, 30; Wi 11; A 10, 4; S 20] I-8
laars (alg.) laars: laars (Oirlo, ... ), stevel: stevel (Oirlo, ... ) laars [bot, steevel, buus, kamasj] [N 24 (1964)] III-1-3
laars met sluitriempje rijlaars: rijlaars (Oirlo, ... ) laars waarvan de schacht aan de bovenkant van een verstelbaar sluitriempje is voorzien [rijlaars] [N 24 (1964)] III-1-3