e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rafelen rafelen: riefelen (Oirlo), riffelen: rīfǝlǝ (Oirlo), uitrafelen: dat is uûtgerafeld (Oirlo) aan de rand uiteenvallen in afzonderlijke draden, het loslaten van draden, gezegd van weefsel [rafelen, raffelen, reffelen, riefelen] [N 86 (1981)] || rafelen [SGV (1914)] || Uitvezelen van stof. [N 59, 188; N 62, 45a; MW; S 29; monogr.] II-7, III-1-3
ragebol spinnenjager: spinnejaeger (Oirlo), hard of zacht (zoft) mit lange steel. zie tekening.  spinnejaeger (Oirlo) bezem (met lange steel); inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || ragebol III-2-1
rails rails (<eng.): reels (Oirlo) de staven waarop een trein loopt [rails, riels, riggels] [N 90 (1982)] III-3-1
ramen lappen afzemen: áfzieëme (Oirlo), ramen wassen: rame wâsse (Oirlo), zemen: glazen, ruiten en glanzende oppervlakts droog wrijven met een zeemleren doek  zieëme (Oirlo) afzemen, met een zeem afdoen || Ramen schoonmaken met behulp van spons en zeem (zemen, lappen, kuisen) [N 79 (1979)] || zemen III-2-1
rammelaar rammel: remmel (Oirlo), rammelaar: remmeler (Oirlo), rèmmələr (Oirlo) Het speeltuig voor heel jonge kinderen, dat bestaat uit een holle bol met een handvat waarin zich één of meer losse balletjes bevinden [rammelaar, rammel, klater]. [N 88 (1982)] || konijn, mannetje [DC 04 (1936)] || rammelaar, mann. haas of konijn III-2-1, III-3-2
rammelen rammelen: rammele (Oirlo) een onwelluidende, trillende klank voortbrengen, gezegd van loszittende voorwerpen die in beweging gebracht worden [rammelen, rotelen] [N 91 (1982)] III-4-4
rammenas snijdersspek: sneejersspek (Oirlo) rammenas I-7
rand van een hoed rand: rând (Oirlo) luifel, overstekende rand van een hoed [N 25 (1964)] III-1-3
randjesbloem randjesbloem: rendjes-bloem (Oirlo) Randjesbloem (arabis alpina/caucasica). De bloemen zijn groot en room-wit, ongeveer 15 mm groot (de kroonbladeren wijd uitgespreid), en zij groeien in dichte trossen; onder aan de hoofdstengels zitten ook korte zijstengels zonder bloemen, ze zijn ondiep i [N 92 (1982)] III-2-1
rank rank: rank (Oirlo, ... ), tek (mv.): tek (Oirlo) rank [SGV (1914)] || ranken (v.e. wingerd) [SGV (1914)] || Stengel met bladeren, bloemen, etc. die in zichzelf niet voldoende stevigheid bezit om overeind te staan, vooral van klimplanten (reng, rank, rene, tak). [N 82 (1981)] III-4-3