e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rest in het glas klats: klats (Oirlo), klatsje: kletske (Oirlo) restje; Hoe noemt U: Kleine hoeveelheid bier onder in een glas (kletske) [N 80 (1980)] III-2-3
restant insecten muggenzwerm: muggezwaerm (Oirlo), rupsennest: roepsennaest (Oirlo), rupsenzaad: Bij sommige mensen veroorzaken deze uitwerpselen een jeukerig gevoel.  roepsezaod (Oirlo), spoelworm: nematodes  spuulwörm (Oirlo), watervlo: watervloeë(n) (Oirlo) muggenzwerm || rupsennest || rupsenzaad, uitwerpselen van een rups || spoelworm || watervlo III-4-2
restant vissen fuik: foek (Oirlo), net: net (Oirlo), snoek: snoek (Oirlo), esox lucius  snoēk (Oirlo), snoek (mv.): snuuk (Oirlo) fuik [SGV (1914)] || snoek [SGV (1914)] || visnet [SGV (1914)] III-4-2
restant vogels bakelen: zich met zand volgooien en uitschudden tegen ongedierte, v kippen en mussen  bakele (Oirlo), kuluut: kuluut (Oirlo), musmannetje: musmenneke (Oirlo), muswijfje: muswiefke (Oirlo), rijstvogeltje: munia oryzovora  riestvuggelke (Oirlo), vliegen: vliegen (Oirlo), watervogel: watervogel (Oirlo) kluut || mannelijke huismus (ruigeltje) [N 83 (1981)] || rijstvogeltje || vliegen [SGV (1914)] || vrouwelijke huismus (moffelkop) [N 83 (1981)] || watervogel || wentelen in het stof III-4-1
restant zoogdieren das: das (Oirlo), des (Oirlo), frettieren: frettieëre (Oirlo), muizenkeuteltjes: moēzekeutelkes (Oirlo), muizenstaart: moēzestart (Oirlo), muizentand: moēzetând (Oirlo), rattenstaart: rattestárt (Oirlo), rekel: raekel (Oirlo), rits: rits (Oirlo), voorpoot: vurpoeët (Oirlo), wild: wild (Oirlo) bronstig || das [SGV (1914)] || fretten, jagen met de fret || muizenkeutels || muizenstaart || muizentand || rattenstaart || rekel, mann. vos || voorpoot || wild [SGV (1914)] III-4-2
retraitant een die op retraite (fr.) gaat: enne den op retraite got (Oirlo) Iemand die aan een retraite deelneemt, retraitant. [N 96B (1989)] III-3-3
retraite retraite (fr.): retraite (Oirlo) Enige dagen van geestelijke afzondering en gebed in een klooster of een daarvoor bestemd huis [retraite?]. [N 96B (1989)] III-3-3
retraitehuis retraitehuis: retraitehuus (Oirlo) Een huis of inrichting waar retraites worden gehouden, retraitehuis. [N 96B (1989)] III-3-3
reumatiek reumatiek: rummetiek (Oirlo) Reumatiek: aandoening van spieren en gewrichten met veel pijn (flerecijn, rumatis, vliegende vaan, rimmetiek, krimmetiek). [N 84 (1981)] III-1-2
reuzel, bladvet reuzel: Syst. WBD  reuzel (Oirlo), vlies: uitgebakken levert dit de kaantjes op  vlies (Oirlo), vliezen: Syst. WBD  vlīēze (Oirlo) Ongesmolten varkensvet, reuzel, (vlieze, vieze, vizze, reuzel?) [N 16 (1962)] || ongesmolten vet van de longkwabben van het varken III-2-3