e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

Gevonden: 5227
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
broeibak broeibak: broeibak (Oirlo) [SGV (1914)] I-7
broek: algemeen boks: bòks (Oirlo), bôks (Oirlo, ... ) broek (kleedingstuk) [SGV (1914)] || broek in het algemeen [boks, sjmeek, brits] [N 23 (1964)] || broek met een split aan de voorkant [fluitjesbroek] [N 23 (1964)] III-1-3
broekland, moeras moer: moer (Oirlo, ... ), moeras: ps. boven de Å staat nog een ´; deze combinatieletter is niet te maken.  mŏerās (Oirlo), zomp: zomp (Oirlo), (verkleinwoord: zeumpke; meervoud: zeump).  zoomp (Oirlo), Opm. dit is J.V. (betekent jonger Venrays - is een nieuwere Venrayse benaming).  zòmp (Oirlo) moeras [DC 02 (1932)] || moerasland, drassig land III-4-4
broekspijp boksenpijp: bôkse-piepe (Oirlo) pijpen van een broek [bokspijpe, broeksepejpe] [N 23 (1964)] III-1-3
broeksriem boksenband: boksenband (Oirlo), bôksenbând (Oirlo), buikband: boekbând (Oirlo), buikriem: boekrīēm (Oirlo) band of riem waarmee de broek in de taille wordt opgehouden [boekreem, boekband, boksemband] [N 23 (1964)] III-1-3
broekzak achter konttasje: konttèske (Oirlo), vottentasje: vottetèske (Oirlo) zak aan de achterkant van de broek [konttes, votteske] [N 23 (1964)] III-1-3
broekzak opzij boksentas: bôksetès (Oirlo), zijtas: ziej-tes (Oirlo) broekzak opzij [broeksebuil, boksetes, boksenbool, venget] [N 23 (1964)] III-1-3
broer broeder: bruujer (Oirlo), brūūər (Oirlo), broer: bruur (Oirlo), bruūr (Oirlo), brūūr (Oirlo) broeder [DC 05 (1937)], [SGV (1914)] || broer [DC 03 (1934)] III-2-2
brommen, zoemen van een insect brommen: bròmme (Oirlo) brommen [SGV (1914)] III-4-2
bron bron: bron (Oirlo), brōn (Oirlo), brôn (Oirlo) bron [SGV (1914)] || bron, natuurlijke opening in de grond waar water uit de grond opwelt [kwel, wel] [N 81 (1980)] || Natuurlijke opening in de grond waar water uit opwelt. [S 5; L 1a-m; L 22, 26; N 5A(I] I-8, III-4-4