e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oirlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ranken van de wingerd ranken: rank (sg) (Oirlo), takken: tek (Oirlo) [SGV (1914)] I-7
ransuil ransuil: rânsuul (Oirlo) ransuil III-4-1
ranzig garst: garst (Oirlo), gārst (Oirlo), garstig: gārstex (Oirlo), rans: râns (Oirlo), ranzig: rânzeg (Oirlo) ranzig || ranzig; Hoe noemt U: Sterk smakend, onaangenaam ruikend gezegd van spek (ranzig, garstig) [N 80 (1980)] || sterk ruikend, sterk smakend van olie, vet, boter III-2-3
rapunzelklokje veldblauwtje: veldblauwtje (Oirlo), vingerhoedje: vingerhuŭdje (Oirlo), zandklokje: zândklökske (Oirlo) Rapunzelklokje (campanula rapunculus 30 tot 90 cm groot. Dikke, kruipende wortelstok; de stengel is stompkantig en kortbehaard; de onderste bladeren zijn ei- tot hartvormig en zijn langgesteeld, de bovenste zijn langwerpig ongesteeld en kortbehaard; de [N 92 (1982)] III-4-3
rasp rasp: rasp (Oirlo), raspel: Râsp dat aend haolt mit \'n râspel \'n bitje mieër vlák  râspel (Oirlo), rijf: rief (Oirlo), riēf (Oirlo), rijfje: riēfke (Oirlo) keukenrasp || rasp [SGV (1914)] || rasp (rief, raspel, raps) [N 20 (zj)] || vlakke of holle keukenrasp III-2-1
raspen fijnmaken: fien make (Oirlo, ... ), raspelen: râspele (Oirlo), raspen: raspen (Oirlo), met het doel "ri‰fko‰k"te bakken of aardappelmeel te winnen  aerpelriēve (Oirlo), rijven: riēve (Oirlo, ... ), met het doel \"ri‰fko‰k\"te bakken of aardappelmeel te winnen  riēve (Oirlo) aardappelen raspen || raspen || raspen (w.w.) [SGV (1914)] || raspen; Hoe noemt U: Met een rasp fijn maken (raspelen, raspen, rieven) [N 80 (1980)] III-2-1, III-2-3
raspen, grof vijlen raspelen: rãspǝlǝ (Oirlo) Een stuk hout met een houtrasp of een grove houtvijl een eerste, ruwe bewerking geven. [N 53, 158a; monogr.] II-12
rat rat: rat (Oirlo, ... ) rat [SGV (1914)] III-4-2
ratel van witte donderdag ratel: ratel (Oirlo) De ratel die van Witte Donderdag tot aan de zaterdag vóór Pasen in plaats van de altaarschel tijdens de mis wordt gebruikt. [N 96C (1989)] III-3-3
ratelaar schoentje: schuŭntje (Oirlo) Kleine ratelaar (rhinanthus minor 10 tot 40 cm groot. De stengels zijn niet of weinig vertakt; de bladeren groeien kruisgewijs, zijn smal en gezaagd. De bloemen staan in korte trossen, de kroonbuis is recht en geel, de bovenlip heeft zeer kleine witte o [N 92 (1982)] III-4-3