24981 |
borrelen (van water) |
borrelen:
borrele (L216p Oirlo),
opborrelen:
ôpborrele (L216p Oirlo)
|
bobbelend naar boven komen, gezegd van water [borrelen, wellen, walen, kwelmen] [N 81 (1980)] || door opstijgende damp- of gasbellen in beweging zijn, gezegd van vloeistoffen [bobbelen, borrelen, portelen, drijven] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
19563 |
borrelglaasje |
borreltje:
borreltje (L216p Oirlo)
|
jeneverglaasje met een voetje (borrel) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
26141 |
borst |
borststuk:
borststuk (L216p Oirlo)
|
Elk van de korte, zware balken door de askop, waaraan lange dunne balken met daaraan de hekwerken, bevestigd worden. Zie ook afb. 36 en 37. [N O, 1d; A 42A, 61; Sche 31]
II-3
|
19497 |
borstel |
borstel:
baors(t)el (L216p Oirlo),
bors(t)el (L216p Oirlo),
kortere oa
boarsel (L216p Oirlo),
kwast:
kwâst (L216p Oirlo),
wasser:
wesser (L216p Oirlo)
|
borstel [SGV (1914)] || soort borstel om de gootsteen schoon te maken, bestaande uit een bijeen gebonden bosje berkentakjes
III-2-1
|
17578 |
borstelig haar |
pinhaar:
pinhäör (L216p Oirlo)
|
borstelig haar (stekkerhaar, pinhoor] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17631 |
borsten |
memmen:
memme (L216p Oirlo),
tieten:
tiete (L216p Oirlo)
|
borsten van de vrouw [mamme, memme, tette, tiete] [N 10c (1995)]
III-1-1
|
17765 |
borstkas |
borst:
boarst (L216p Oirlo),
bōrst (L216p Oirlo)
|
borst(kas) [SGV (1914)] || Borst(kas): het voorste deel van het menselijk lichaam tussen hals en middenrif (borst, borstkas, kluter). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
18400 |
borstrok |
borstrok:
borstrok (L216p Oirlo),
hemdrok:
hemdrok (L216p Oirlo)
|
borstrok, onderkledingstuk dat over het hemd wordt gedragen [hemdrok, humperok, sjtoep, liefke, slaoplijf] [N 25 (1964)] || Borstrok. Is in uw dialect een algemeen woord bekend voor borstrok? Bedoeld wordt het warme kledingstuk dat over het hemd wordt gedragen? [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18603 |
borstrok (voor mannen) |
borstrok:
borstrok (L216p Oirlo)
|
Mannenborstrok. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18602 |
borstrok (voor vrouwen) |
borstrok:
borstrok (L216p Oirlo),
hemdrok:
hemdrok (L216p Oirlo)
|
borstrok voor vrouwen [N 25 (1964)] || Vrouwenborstrok. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|