e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q033p plaats=Oirsbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kruin kruin: kruun (Oirsbeek), kruun van de kop (Oirsbeek) kruin [SGV (1914)] || kruin van het hoofd [N 10 (1961)] III-1-1
kruipend ongedierte geworms: fonetisch  gewurms (Oirsbeek), ongedierte dat kruipt: idiosyncr. uits. als hub  óngedierte dat krup (Oirsbeek), ongesiefers: fonetisch  oengeciefers (Oirsbeek), wormen: fonetisch  wurm (Oirsbeek) wormachtig en kruipend gedierte [N 26 (1964)] III-4-2
kruis kruis: kruts (Oirsbeek), krøts (Oirsbeek) Beenderenstelsel aan het einde van de rug. [N 3A, 109] || kruis [SGV (1914)] I-11, III-3-3
kruisbeeld kruis: kruts (Oirsbeek), lieveheer: Leevenhier (Oirsbeek) Kruisbeeld [slivvenier, kruus, kruussefiks]. [N 06 (1960)] III-3-3
kruisbeen kruisbeen: krøtsbēǝ (Oirsbeek) Heiligbeen, os sacrum; één der beenderen van het bekken. Het is een driehoekig beenstuk, ontstaan uit de vergroeiing van vijf wervels. [N 3A, 110a] I-11
kruisbes kroezel: kroosel* (Oirsbeek) [DC 13 (1945)] I-7
kruisprocessie kruisprocessie (<lat.): krötspərsɛsə (Oirsbeek) kruisen [RND] III-3-3
kruisspin kruisspin: idiosyncr.  krutssjpén (Oirsbeek) kruisspin, spin met wit kruis op de rug die radvormig web maakt [N 26 (1964)] III-4-2
kruiwagen schubkar: šupkar (Oirsbeek), schurgskar: šørǝxskar (Oirsbeek), schurskar: šø̜rskar (Oirsbeek) Kleine eenwielige kar met twee berries, waarmee hij door een mens voortgeduwd en soms ook getrokken wordt. Vaak is er op de berries een bak gemonteerd, waarvan de zijplanken soms afgenomen kunnen worden. Er bestaan echter ook kruiwagens zonder zijplanken en met enkel een hoge voorplank, waarbij de berries via scheien met elkaar verbonden zijn. Zie voor het onderscheid de lemmata bakkruiwagen, scheienkruiwagen en platte kruiwagen. De informant van P 214 merkt hierover op: een soort kruiwagens met planken bodem. Zijstukken kunnen naar believen opgezet of afgenomen worden". De kruiwagen wordt gebruikt voor het vervoer van kleine lasten, zoals bijvoorbeeld mest. Volgens de informant uit Q 77 werd de kruiwagen gebruikt "om allerlei materiaal (behalve cement, zand enz.) te vervoeren" Volgens de informant uit L 269 gebruikt men de kruiwagen wel om zand te vervoeren. De respondent uit L 377 vermeldt als mogelijke vrachten "zakken - ook ander goed (aardappelen, wortels, steenkolen)". Zie voor meer informatie ook de lemmata kruiwagen in wld II,4, in wld II, 8 en in wld II, 9 en steenkar in wld II, 8. [N 18, 97a; N G, 51; N 11, 28; RND, 129; Gwn 8, 1b; S 19; L 29, 4; L 16, 19a; L 1a-m; L 1u, 139; L 45, 14a; L B, 193; JG 1d; A 14, 14a; monogr.] I-13
kruiwagen voor bakstenen of dakpannen brikkenkar: brekǝkar (Oirsbeek), steenkar: štēkar (Oirsbeek) Kruiwagen zonder zijplanken maar met hoge voorwand, voor het vervoer van bakstenen, dakpannen enz. De steenschurgkar in L 270 bezat een hoge kroon (hu\x kru\n). Alle gewicht bevond zich op het rad. De kar werd gebruikt op steenfabrieken. De pannenschurgskar had daarnaast soms ook scheien (ēɛj\).' [N G, 52e] II-8