e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q033p plaats=Oirsbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lage klomp? klomp: kloemp (Oirsbeek) klomp, lage open ~ met een riem over de wreef [N 24 (1964)] III-1-3
lage, natte plekken in moeras zomp: zump (Oirsbeek) De lager gelegen delen in een moeras waarin steeds water staat. [N 27, 21b] I-8
lage, natte zandgrond kwelm: kwɛlǝm (Oirsbeek), natte, zure kraam: nātǝ zūrǝ krǭm (Oirsbeek), zomp: zomp (Oirsbeek), zump (Oirsbeek), zure grond: zū.rǝ gronjtj (Oirsbeek), zūrǝ grunjtj (Oirsbeek) [N 27, 35; R 3, 5] I-8
lakschoen lakschoen: lakschóón (Oirsbeek), laksjoen (Oirsbeek) lakschoenen [gelakkerde sjeun] [N 24 (1964)] III-1-3
lam lam: lam (Oirsbeek), lamp (Oirsbeek), lammetje: lɛmkǝ (Oirsbeek), schaapje: šø̄pkǝ (Oirsbeek), šø̜pkǝ (Oirsbeek) Jong van het schaap in het algemeen. Zie afbeelding 5. [N 70, 3; R 3, 36; S 20; Wi 5; Wi 12; L 20, 22c; L 6, 25; L 1a-m; JG 1a, 1b; AGV, m 3; A 2, 45; A 2, 1; A 4, 22c; Vld.; monogr.] I-12
lammeren lammen: lamǝ (Oirsbeek) Jongen ter wereld brengen, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 67; JG 1a, 1b; L 29, 32; L 1a-m; N C, add.; Vld.; monogr.] I-12
lamoen gestel: gǝštęl (Oirsbeek) Het voorstel in z''n geheel: de twee berries en de verbindingsscheien. De benaming voor het lamoen komt voornamelijk voor in het zuidoosten van Belgisch Limburg en in het zuiden van Nederlands Limburg. [N 17, 50b + 90; N G, 54b + 56h + 64a; JG 1a; JG 1b; JG 1d; JG 2c; L 32, 63; L 34, 10; A 27, 20; Lu 5, 20] I-13
lamp lamp: lamp (Oirsbeek) lamp [SGV (1914)] III-2-1
lampenkamer lampisterij/lampisterie: lampestǝri (Oirsbeek  [(Emma)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) De ruimte waar men de mijnlampen onderhoudt en indien nodig repareert. [N 95, 241; monogr.; Vwo 467; Vwo 468] II-5
lampenpit wiek: week (Oirsbeek), wēk (Oirsbeek) lampepit [SGV (1914)] || lampepit van katoen in een petroleumlamp (limet, lemmet, lemment, lemmert) [N 20 (zj)] III-2-1