e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q033p plaats=Oirsbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
teek luis: fonetisch  lôês (Oirsbeek) teek, spinachtig diertje dat zich vastzet op de huid van mens en dier en zich voedt met bloed [N 26 (1964)] III-4-2
teelballen kloten: klôête (Oirsbeek) [N 10c (1961)] III-1-1
teelballen, testes kloten: klūǝtǝ (Oirsbeek) [JG 1b; N 8, 36, 37a, 37b, 37c en 38] I-9
teen teen: teen (Oirsbeek, ... ), teene (Oirsbeek), tiën (Oirsbeek) teen [SGV (1914)] || teen (toon) [DC 01 (1931)] || tenen [SGV (1914)] III-1-1
teentreder teentreder: tiǝntrēi̯ǝr (Oirsbeek), trampelaar: trampelēr (Oirsbeek) Paard met naar binnen gedraaide hoeven, waarvan het het voorste deel eerst op de grond zet, omdat een achterpees lam is; daardoor heeft het geen vlotte gang. [N 8, 84b] I-9
tegen de bal schoppen trappen: trappe (Oirsbeek) Tegen de bal schoppen in het voetbalspel [schoppen, trappen]. [N 88 (1982)] III-3-2
tegencilinder tegencilinder: tēǝgǝsilindǝr (Oirsbeek  [(Emma)]   [Laura, Julia]) De tegencilinder van de schudgootmotor. De invuller uit Q 15 merkt daarover op dat de tegencilinder alleen een luchtinlaat had. De lucht werd dus gecomprimeerd bij de optrekkende slag van de motor en gaf tegendruk om het geheel weer in de beginstand te brengen wanneer de motor de neergaande slag maakte. Soms werd een tegenmotor gebruikt als tegencilinder. De opgaven "bletser" van dezelfde respondent is terug te voeren op het feit dat zo''n tegencilinder een keffend geluid maakte. [N 95, 629; N 95, 613] II-5
telefoon telefoon: telefoon (Oirsbeek), tillefoon (Oirsbeek) het toestel om de menselijke stem over te brengen [telefoon] [N 90 (1982)] III-3-1
telefooncel telefooncel: telefooncel (Oirsbeek), tillefooncel (Oirsbeek) het kleine vertrek van waaruit men kan telefoneren [telefooncel, cel] [N 90 (1982)] III-3-1
telegram telegram: telegram (Oirsbeek, ... ), tillegram (Oirsbeek) een per telegraaf overgebracht bericht [telegram, draadbericht] [N 90 (1982)] || telegram [SGV (1914)] III-3-1