e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q033p plaats=Oirsbeek

Overzicht

Gevonden: 5037
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
braambessen bramelen: brǭmǝlǝ (Oirsbeek) Als aanvulling op de vraag die in het lemma Braam is behandeld werd ook geïnformeerd naar de benamingen van de vrucht van de braamstruik. [JG 1b gedeeltelijk, 1c, 2c] I-5
braamsluiper heggentaats: hegketaatsj (Oirsbeek), taatsje: taatsjke (Oirsbeek) braamsluiper (13 grauwbruin; graag in doornheggen; maakt doorzichtig sprietjesnest; zang begint met heel zacht muizegepiep en eindigt luider [juul-juul-juul-juul] [N 09 (1961)] III-4-1
braamstruik bramelen: WLD  braoməl (Oirsbeek), bramelenstruik: schoensmeer  broamelestroek (Oirsbeek), bramen: brieəm (Oirsbeek) braam (struik) [Roukens 03 (1937)] || braamstruik [SGV (1914)] || De doornige struik die vooral op de heide en in de duinen en langs bosranden voorkomt; de vruchten zijn eerst groen, dan rood en als ze rijp zijn zwart (braamstruik, benrik, breemhorst, breemhocht, breemdoren, breembes, braam, breem, doren). [N 82 (1981)] III-4-3
braden braden: broa (Oirsbeek, ... ) braden [SGV (1914)] III-2-3
braken kotsen: kotse (Oirsbeek, ... ), overgeven: euuvergaeve (Oirsbeek), spijen: sjpieje (Oirsbeek) kotsen [SGV (1914)] || overgeven, vomeren [speuwe, spaven, kitse, kotse, kalve, kalvere] [N 10 (1961)] III-1-2
bramenvlaai bramelenvla: brâômelevla (Oirsbeek) Bramenvla [N 16 (1962)] III-2-3
brandblaar brandblaar: brantjbloar (Oirsbeek) Een brandblaar. [DC 14 (1946)] III-1-2
branden branden: brɛnǝ (Oirsbeek), brennen: de kachel brent (Oirsbeek), orren: bǫrǝ (Oirsbeek) brandt [de kachel ~ ] [SGV (1914)] || Na het krabben worden nog achtergebleven haren met brandend stro of een kaars of, moderner, met een (gas)brander verwijderd. [N 28, 25; N 28, 32] II-1, III-2-1
brander van een lamp brenner: brenner (Oirsbeek) brander (v. e. lamp) [SGV (1914)] III-2-1
brandewijn franse: franse (Oirsbeek, ... ) brandewijn; Hoe noemt U: Sterk alcoholische drank, gestookt uit wijn of graan (brandewijn, snevel, franse) [N 80 (1980)] III-2-3