e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q033p plaats=Oirsbeek

Overzicht

Gevonden: 5037
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dweil schrobdoek: šroebdook (Oirsbeek) grove doek waarmee vloeren, stoepen, etc samen met water worden schoongemaakt [DC 15 (1947)] III-2-1
dwingen dwingen: dwengə (Oirsbeek), dwingə (Oirsbeek) het iemand onmogelijk maken anders dan op een bepaalde wijze te handelen [dwingen, nopen] [N 85 (1981)] III-1-4
dynamiet dynamiet: dinamit (Oirsbeek  [(Emma)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]) Springstof met nitroglycerine als grondstof. Dynamiet wordt vooral gebruikt om zeer harde steenlagen los te maken. [N 95, 422; N 95, 419; monogr.; Vwo 301] II-5
e. bijzondere rieken, naar het gebruiksdoel kleegaffel: klīgafǝl (Oirsbeek) [N 18, 24] I-5
eau de cologne eau de cologne (fr.): oodeklonj (Oirsbeek), keuls water: kölsj wasser (Oirsbeek) reukwater, eau de cologne [lodderijn] [N 86 (1981)] III-1-3
eb, laagtij eb: eb (Oirsbeek), ep (Oirsbeek), laag water: lîegwaater (Oirsbeek) eb, teruggaan van het water van de zee en de toestand van laag water [N 81 (1980)] III-4-4
echo echo: eeno (Oirsbeek), galm: galm (Oirsbeek) een naklinkend geluid [halm, nagalm, echo] [N 91 (1982)] III-4-4
echtgenoot baas: báás (Oirsbeek), man: man (Oirsbeek, ... ), màn (Oirsbeek), mens: mĭĕnsj (Oirsbeek) [haar ~ en haar kinderen] [SGV (1914)] || de man met wie men getrouwd is [man, mens, baas] [N 87 (1981)] III-2-2
echtgenote vrouw: vrouw (Oirsbeek), vrouwə (Oirsbeek), wijf: wīēf (Oirsbeek) de vrouw met wie men getrouwd is [wijf, vrouw] [N 87 (1981)] III-2-2
eczeem eczeem: ekseem (Oirsbeek) Eczeem: jeukende huiduitslag met blaren, roodheid, vochtafscheiding, korsten en schilfers (zilt, haarworm). [N 84 (1981)] III-1-2