31852 |
holschaaf |
profielschaaf:
profilšāf (Q033p Oirsbeek)
|
Schaaf met een over de breedte holvormig gebogen zool, die samen met de bolschaaf een bijeenhorend paar vormt. Zie ook afb. 46. De holschaaf wordt door de timmerman gebruikt om rond lijstwerk te schaven en door de wagenmaker om kleine spaken een ronde vorm te geven. [N 53, 71c; N G, 38a; monogr.]
II-12
|
24323 |
hom |
hom:
WLD
hom (Q033p Oirsbeek)
|
Hoe noemt u het voortplantignsvocht van mannelijke vissen (hom, melk, geiltje) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
24324 |
hommel |
hommel:
hoomel (Q033p Oirsbeek, ...
Q033p Oirsbeek),
hooëmel (Q033p Oirsbeek),
WLD
hōōmel (Q033p Oirsbeek)
|
Hoe noemt u een soort bij: groot, breed gebouwd en meestal kleurig behaard (bruinrood of geel) (hommel) [N 83 (1981)] || hommel [DC 09 (1940)], [SGV (1914)]
III-4-2
|
20524 |
homp brood |
homp:
hòmp (Q033p Oirsbeek),
knauwel:
knauwel (Q033p Oirsbeek)
|
homp; Hoe noemt U: Een dik stuk brood (homp, fomp, facht, hoft, knods, knoft, kreeuw) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
19784 |
hond |
hond:
hondj (Q033p Oirsbeek)
|
hond [SGV (1914)]
III-2-1
|
20614 |
honger hebben |
honger hebben:
hŏĕnger höbbe (Q033p Oirsbeek)
|
honger hebben [schrok hebbe] [N 10 (1961)]
III-2-3
|
20623 |
hongerig |
hongerig:
hŏĕngerig (Q033p Oirsbeek)
|
hongerig [greeg] [N 10 (1961)]
III-2-3
|
21043 |
honing |
honing:
honeŋ (Q033p Oirsbeek),
huneŋ (Q033p Oirsbeek),
hōneŋ (Q033p Oirsbeek)
|
Produkt door de bijen uit bloemvocht of nectar bereid en afgezet in de cellen van de raten. Honing is een zoete stof die door mensen als voedingsmiddel wordt gebruikt. [N 63, 43b; N 63, 111; L 1a-m; L 35, 105; S 14; S 38, JG 1a+1b; JG 2b-5; Ge 37, 128; A 9, 8; monogr.]
II-6
|
28667 |
honingdrank |
honingsbier:
huneŋsbēr (Q033p Oirsbeek)
|
Na de verwijdering van de honing uit de raten houdt men ruwe was over die gezuiverd wordt met water. De gegiste honing- en wateroplossing wordt dan mee of mede, honingdrank genoemd. [N 63, 120a; R 3, 45; Ge 37, 148; JG 2b-5, add.; monogr.]
II-6
|
17570 |
hoofd |
hoofd:
B.v. doe bes neet goot in die heut.
heut (Q033p Oirsbeek),
kop:
kop (Q033p Oirsbeek, ...
Q033p Oirsbeek),
kòp (Q033p Oirsbeek),
köp (Q033p Oirsbeek)
|
[N 10 (1961)]hoofd [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] || hoofden [SGV (1914)]
III-1-1
|