e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oirsbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jong (bn.) jong: ’t kindj is nog jonk (Oirsbeek) jong [t kind is nog ~] [SGV (1914)] III-2-2
jong en kaal vogeltje katsjong: katsjoeng (Oirsbeek) een pas uitgebroed vogeltje (kwabbeke) [N 83 (1981)] III-4-1
jong en kaal vogeltje adj. naaktsig: nāāksig (Oirsbeek) nog geen veren hebbend, gezegd van jonge vogels ( maaibloot, paddebloot) [N 83 (1981)] III-4-1
jong van een dier jong: jong (Oirsbeek), joŋ (Oirsbeek), jŏeng (Oirsbeek), juŋ (Oirsbeek), WLD  joenk (Oirsbeek) [R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.]Hoe noemt u het jong van een dier (jonk, jonkie, welp, wulp, kakerd, kakernest) [N 83 (1981)] || jong (subst.; van een dier) [Roukens 12 (1937)] || jong (ve dier) [SGV (1914)] I-11, III-4-2
jong van een rund kalf: kalf (Oirsbeek) [N 3A, 4] I-11
jong varken bag: bak (Oirsbeek), bax (Oirsbeek), bagje: bɛkskǝ (Oirsbeek) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge gans gansje: gai̯skǝ (Oirsbeek), gęi̯skǝ (Oirsbeek) De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.] I-12
jonge geit geitenlammetje: gęi̯tǝlɛmkǝ (Oirsbeek), geitje: gētjǝ (Oirsbeek) [N 19, 71a; N 77, 75; A 9, 21; JG 1a; monogr.] I-12
jonge kip pul: pøl (Oirsbeek), pø̜l (Oirsbeek) Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.] I-12
jonge vrouw meidje: méédjə (Oirsbeek) jonge vrouw [kuie, koje, keuje] [N 86 (1981)] III-2-2