27432 |
bijl |
bijl:
bil (Q033p Oirsbeek
[(Emma)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina])
|
Hakwerktuig waarmee men ondergronds het hout van de ondersteuningen kan bewerken. De term "aks" duidde volgens de invuller uit Q 15 een grote bijl aan die door de roofploeg werd gebruikt. [N 95, 729; N 95, 732; N 95, 760 add.; monogr.; Vwo 130; Vwo 369]
II-5
|
25440 |
bijl waarmee men het slachtvee klooft |
slachtbijl:
šlaxtbilǝ (Q033p Oirsbeek)
|
Zie ook het lemma ''slachtbijl''. [N 28, 90; monogr.]
II-1
|
25460 |
bijl waarmee men het vlees in kleine stukjes hakt |
hakmes:
hakmɛts (Q033p Oirsbeek)
|
Bedoeld zijn de kleine stukjes die in de worst worden verwerkt etc. De mes-opgaven binnen dit lemma duiden op een soort hakmes. [N 28, 115; N 28, 49]
II-1
|
21804 |
bijleggen |
bijlappen:
bielappe (Q033p Oirsbeek)
|
Extra geld in de pot doen [lappen, bijleggen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22704 |
bikkelen |
bikkelen:
is een eeuw geleden bekend geweest
bikkĕlĕ (Q033p Oirsbeek)
|
bikkelen [VC 10]
III-3-2
|
17652 |
bil |
bats:
bats (Q033p Oirsbeek, ...
Q033p Oirsbeek),
bàts (Q033p Oirsbeek, ...
Q033p Oirsbeek),
bil:
belj (Q033p Oirsbeek)
|
Bil. Ook platte woorden! [DC 01 (1931)] || Zie afbeelding 2.38. [JG 1b, 1c; N 8, 32.3, 32.9, 32.10 en 32.11]
I-9, III-1-1
|
21638 |
biljet van duizend gulden |
briefje van duizend gulden:
ee (breefke) van 1000 göje (Q033p Oirsbeek)
|
1000 gulden, een biljet van ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21637 |
biljet van honderd gulden |
briefje van honderd gulden:
ee (breefke) van 100 göje (Q033p Oirsbeek)
|
100 gulden, een biljet van ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21612 |
biljet van tien gulden |
briefje van tien gulden:
ee (breefke) van 10 göje (Q033p Oirsbeek)
|
10 gulden, een biljet van ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21634 |
biljet van twintig gulden |
briefje van twintig gulden:
ee (breefke) van 20 göje (Q033p Oirsbeek)
|
20 gulden, een biljet van ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|