e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oostham

Overzicht

Gevonden: 2157
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gemak gemak: ook ZND 23, 076  gemak (Oostham), gömak (Oostham) gemak [ZND 01 (1922)] III-1-4
gemakkelijk gemakkelijk: ook materiaal znd 23, 77  gemakkelek (Oostham), gömeͅkkölēͅk (Oostham) gemakkelijk [ZND 01 (1922)] III-1-4
gemaskerd persoon vastenavondzot: vas?ənōͅvəndzoͅt (Oostham) Hoe heet: een gemaskerd persoon? [ZND 31 (1939)] III-3-2
gemeen gemeen: ook materiaal znd 23, 79  gemant (Oostham), gömāən (Oostham) gemeen (smerig, slecht) [ZND 01 (1922)] III-1-4
gemeente gemeente: gömeͅntö (Oostham) gemeente [ZND 24 (1937)] III-3-1
gemeentehuis gemeentehuis: gömeͅntöhōͅs (Oostham) gemeentehuis [ZND 24 (1937)] III-3-1
gemene vrouw kwaad wijf: da s ø kao wɛ̄f (Oostham), venijn: t is ö fönɛ̄n (Oostham) Dat is een kwaad wijf. [ZND 08 (1925)] || t Is een venijn (kwaad wijf). [ZND 08 (1925)] III-1-4
genezen genezen: genezen (Oostham), genēzen (Oostham) genezen [ZND m] || hij is weer op zijn effen (weer genezen) [ZND 34 (1940)] III-1-2
gepachte hoeve, pachtgoed huurgoed: hyrgut (Oostham), winning: weneŋ (Oostham) Het bedrijf dat een boer niet in eigen bezit heeft maar pacht (huurt) van de eigenaar aan wie hij in enige vorm betaalt voor het gebruik. Bij winning in L 352 wordt aangetekend: "vroeger heeft de naam denkelijk bestaan, want er is nog een boerderij die de naam De Winning draagt". Bij enkele opgaven in Nederlands Zuid-Limburg wordt opgemerkt dat enige pachthoeven nog in "halfsheid liggen"; de eigenaar ontvangt de helft van het koren, terwijl de pachter ("halfer") het overblijvende koren krijgt met het stro. Algemene en specifieke termen zijn in dit lemma uit elkaar gehouden. Voor de fonetische documentatie van de opgaven die gelijk zijn aan die voor boerderij in het algemeen, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2bI; L 38, 21a; L 48, 22; Lu 2, 22; S 27; Wi 18; monogr.; add. uit L 38, 22 en ander materiaal van lemma 1.1.1] I-6
gepensioneerd (zijn) gepensioneerd: znd 35, 65  gepensioneerd (Oostham) gepensionneerd; hij is -; op pensioen gesteld [ZND 35 (1941)] III-2-2