e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oostrum

Overzicht

Gevonden: 1901
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
biggen werpen baggen: bagǝ (Oostrum) Biggen ter wereld brengen. [N 19, 13; JG 1a, 1b, 2c; monogr.; N C, add.] I-12
biggenmand baggenkaar: bagǝkār (Oostrum), bágǝkār (Oostrum), baggenkorf: bagǝkø̜rf (Oostrum) Langwerpige gevlochten mand waarin men biggen naar de markt vervoert. Niet alle woordtypen duiden op een gevlochten mand. Een kurrenbak en een krat wijzen op een bak van planken gemaakt. [N 19, 29; monogr.] || Ronde of ovale mand om biggen in te vervoeren. In Neeritter (L 321) had de mand een doorsnee van 1 meter. Zie ook het lemma ɛbiggenmandɛ in wld I.12, pag. 39. Het materiaal uit dit lemma vormt een aanvulling daarop.' [N 20, 50; N 40, 102; monogr.] I-12, II-12
bij onze buren hebben ze een baby gekregen hierneven hebben ze weer een kleine gekregen: hiērnaeve hebbe ze wer enne klaene gekrege (Oostrum) hiernaast hebben ze weer een jongetje gekregen III-2-2
bijdehante vrouw; bijdehand handig: héndeg (Oostrum) bijdehand, pienter, handig III-1-4
bijenkorf bijenkaar: bējǝkār (Oostrum), bijenkorf: bējǝkø̜̄rǝf (Oostrum) Korf waar een imker bijen in houdt. Zie ook het lemma ɛbijenkorfɛ in wld II.6, pag. 9-11. Het materiaal uit dit lemma vormt een aanvulling daarop.' [N 40, 102; monogr.] II-12
bijkeuken, achterkeuken achterkeuken: echterkeuke (Oostrum), goot: goot (Oostrum, ... ), stort: stort (Oostrum, ... ) achterkeuken || bijkeuken || soort achterkeuken III-2-1
bijknippen v bloemen bijtoppen: beejtöppe (Oostrum) bijknippen v bloemen III-2-1
bil bats: bàts (Oostrum, ... ), bil: bìl (Oostrum, ... ) Bil. Ook platte woorden! [DC 01 (1931)] III-1-1
binnenplaats plaats: Zet die toffel már òp ur pláts òp de pláts As de slechter òp de pláts stöt, is \'t te laat um \'t vaerke te maeste: wanneer het voorval te gebeuren staat, is het te laat om (nog) maatregelen te nemen  pláts (Oostrum) binnenplaats III-2-1
blaasbalgklep lochtklep: luxtklɛp (Oostrum), uitlaatklep: ytlǭtklɛp (Oostrum) In een blaasbalg met twee compartimenten, zowel de benaming voor de aanvoerklep voor de lucht als voor de klep in het vaste tussenschot waardoor de lucht van de ene kamer in de ander geperst kan worden en via de luchtleiding naar het smidsvuur kan stromen. Op deze wijze ontstaat een onafgebroken luchtstroom. Zie voor het woordtype fok ook het lemma "trekopeningen" in Wld ii.8, pag. 62. [N 33, 14; N 33, 15] II-11