e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oostrum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
viooltje viooltje: viola odorata  fiäölke (Oostrum), Viola odorata Fiäölkes gräöje ok tussen d\'n drek en de dörs:ook in een slechte omgeving vindt men goede kinderen  fiäölke (Oostrum) viooltje I-7, III-2-1
visaas schinaas: bestaande uit kleine vliegjes  schinaos (Oostrum) visaas III-4-2
vissen, ww. koekelen: met carbid  koēkele (Oostrum), repen leggen: vangattributten uitzetten  rieëpe legge (Oostrum), stulpen: met een stulpmand  stölpe (Oostrum) repen leggen (visvangst) || vissen (ww. spec.) || vissen met bedwelmende stof III-4-2
vla pap: páp (Oostrum) vla III-2-3
vlaai vlaai: bestaande uit een ronde deegbodem met opstaande rand, opgevuld met spijs Op enne verbrände flaaj soeker strowwe: gebreken trachten te verbergen Haaj "haaj"ien de boks geschete, dan haaj hij flaaj gehad: gezegde wanner men dikwijls het woor "haaj"zegt  flaaj (Oostrum) rond Limburgs gebak III-2-3
vlaaischotel vlaaischotel: flaajschòttel (Oostrum) vlaaischotel III-2-1
vlaamse gaai matkolf: metkolf (Oostrum, ... ) Hoe heet de Vlaamsche gaai? [DC 06 (1938)] || vlaamse gaai III-4-1
vlakhamer vlakhamer: vlakhāmǝr (Oostrum) Hamer met een losse of vaste steel en een vlakke kop, waarop met een andere hamer geslagen wordt om een werkstuk vlak te maken. Zie ook afb. 37c. [N 33, 78-79; N 33, 82; N 33, 55] II-11
vleermuis vleermuis: flaermoēs (Oostrum) vleermuis III-4-2
vlees vlees: met accent è op de e  flēs (Oostrum), vlês (Oostrum) vlees [DC 03 (1934)] III-2-3