e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oostrum

Overzicht

Gevonden: 1901
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
briket briket: brekét (Oostrum) briket III-2-1
broeden, op eieren zitten uitbroeden: ytbrui̯ǝ (Oostrum) [N 19, 45; N 19, 44d; Vld.; S 5; L 1a-m; L 22, 22; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
broedende kip op eieren broedse hen: brutsǝ hɛn (Oostrum), kloek: kluk (Oostrum) [N 19, 43a; JG 1a, 1b, 2c; L 14, 21; A 6, 1c; S 5; L B2, 320; monogr.] I-12
broeds kloeks: kluks (Oostrum) Op de vraag "Wat zegt u tegen "broeds" in uw dialect?" antwoordt een aantal informanten met een omschrijving. Deze antwoorden vindt men terug onder de als werkwoord aangeduide woordtypen. [N 19, 43b; L 22, 22; S 5; monogr.] I-12
broekland, moeras moer: moer (Oostrum, ... ), moeras: moeràs (Oostrum), ps. boven de a staat nog een ? en een `; deze combinatieletter is niet te maken.  mŏĕras (Oostrum), zomp: zomp (Oostrum), (verkleinwoord: zeumpke; meervoud: zeump).  zoomp (Oostrum), Opm. dit is J.V. (betekent jonger Venrays - is een nieuwere Venrayse benaming).  zòmp (Oostrum) moeras [DC 02 (1932)] || moerasland, drassig land III-4-4
broer broeder: bruujer (Oostrum), broer: bruūr (Oostrum), brūūr (Oostrum), brúr (Oostrum) broer [DC 03 (1934)] III-2-2
brood brood: met een oe-bijklank  brōōt (Oostrum), met een v-tje ø op de o  bróəd (Oostrum), stoetbrood: stuutbroeëd (Oostrum) brood [DC 03 (1934)] || brood, gebakken van restanten van ander brooddeeg III-2-3
broodje pistolet: pistelej (Oostrum), stoetje: later ook benaming voor een kadetje  stuutje (Oostrum) feestelijk, langwerpig, knapperig broodje || klein broodje, gebakken van het deeg dat van een groot brood over bleef III-2-3
broodmand bakkersmand: bɛkǝrsmãnt (Oostrum), broodmand: bruǝtmãnt (Oostrum) Mand, vaak rechthoekig van vorm, waarin de bakker brood naar de markt of naar de klant bracht. De bakkersmand was volgens het Venrays woordenboek (pag. 78) een grote vierkante gevlochten mand, die meestal voor op een transportfiets stond en waarmee het brood bezorgd werd. [N 40, 96; N 40, 115; monogr.] II-12
broodmes broodmes: broeëdmes (Oostrum), bródmes (Oostrum) broodmes III-2-1