e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oostrum

Overzicht

Gevonden: 1901
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
druiventros druiventros: droēventros (Oostrum) druiventros I-7
drukte, gedoe ambras: mar.: fr. embarras  ámbras (Oostrum), bohei (rh.): De Limburgse vormen met b en een tweeklank aan het eind sluiten m.i. het meest aan bij de vorm die ook in het Rijnland bekend is: Buhei. In het Rheinisches Wörterbuch deel I kol. 1106 vind je heleboel vormen onder dat trefwoord. Gezien ook de vormen in het WNT zou ik in dit geval voor een trefwoord kiezen dat wat dichter bij het Limburgse (en Rijnlandse) ligt: bohei.; cf. Rh.Wb. dl. I, p. 1106 s.v. "buhei"afl. "buheikrämer"en "buheitskrämer  behaej (Oostrum), ravage: revázzie (Oostrum) drukte || drukte, rompslomp || opvallende bedrijvigheid III-1-4
druppel regendrup: (verkleinwoord: raegendröpke; meervoud: raegendröp).  raegendrop (Oostrum) regendruppel III-4-4
duif, algemeen duif: doef (Oostrum) duif III-4-1
duif, overige soorten blauwe: duif met blauwachtige kleur  blaowe (Oostrum), duivin  blaow (Oostrum), pauwenstaart: powwestárt (Oostrum), postduif: paosdoēf (Oostrum), veldkretser: die op de akker voedsel zoekt  veldkretser (Oostrum), witkop: witkop (Oostrum) duif, naar kleur || postduif || sierduif || veldduif III-4-1
duim deurduim: dø̄rdum (Oostrum), toren: tūr (Oostrum) Zie kaart. De in het muurgesteente aangebrachte ijzeren haak voor raam- of deurhengsels. Zie ook afb. 56. In en rond L 289 werd de term her gebruikt voor het metalen scharnierstuk dat aan de deurpost was bevestigd. Het scharnierstuk dat aan de deur vastzat en paste in de her werd 'geheng' ('gǝheŋ') genoemd. Zie voor het woordtype 'toren' ook RhWb viii, k. 1481-1482 s.v. 'Turen': ø̄Türangel, der Stift, um den sich die Tür dreht; auch jener in die Wand geschlagene Eisenhakenø̄, en voor het woordtype 'tordel' ook Limburgs Idioticon, pag. 252, s.v. 'teulder', den, ø̄har, lat. cardo. Geh. Maeskant.ø̄ [N 32, 13a; N 54, 81b-81e; monogr.] II-9
duimstok duimstok: dymstǫk (Oostrum) Vouwbare maatstok waarvan de vier delen ieder vijfentwintig cm lang zijn. Aan de uiteinden is elk deel versterkt met metaal. De metalen scharnieren van de duimstok bestaan uit ronde schijven die over elkaar draaien. De twee scharnieren in het midden zijn penvormig. Vroeger was de duimstok verdeeld volgens de duimschaal; tegenwoordig zijn uitvoeringen in gebruik met aan de ene kant een duimschaal en aan de andere kant een metrische schaal. Zie ook afb. 99. [N 53, 184a; monogr.] II-12
duivin, vrouwelijke duif duivin: doēvin (Oostrum) duivin III-4-1
duizendblad hazegerf: hazegaerf (Oostrum) duizendbloemblad III-4-3
duizendschoon violet: dianthus barbatus  flet (Oostrum) duizendschoon (Dianthus barbatus L.) III-2-1