e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oostrum

Overzicht

Gevonden: 1901
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
familie familie: femilie (Oostrum) familie III-2-2
fatsoenlijk fatsoenlijk: fe(t)soenlek (Oostrum) fatsoenlijk III-1-4
fauteuil fauteuil: Dizze fetöj is òpperneejt ovvertrokke  fetöj (Oostrum) fauteuil III-2-1
fazant fazant: fezânt (Oostrum) fazant III-4-1
filter in de melkzeef zijschotel: zēi̯sxotǝl (Oostrum) In het algemeen is de filter een linnen of katoenen lap waardoor de melk gezuiverd wordt van verontreinigingen. In plaats van deze lap gebruikt men ook wel een vel filtreerpapier of een schijf watten. Ouderwets is de met paardenhaar vervaardigde melkzeef. [L 48, 35.Ia, Ib en Ic; Lu 2, 35.Ib en Ic; A 18, 11b en 11c; BN 2, 4; monogr.] I-11
fineren fineren: fǝniǝrǝ (Oostrum) Een meubelstuk met fineerhout beplakken. [N 56, 20a; monogr.] II-12
flikflooien femelen: femele (Oostrum), fledderen: zie Schuermans, p. 126, s.v. fledderen ook flodderen (fleiren, fleren) = strelen, vleien  fleddere (Oostrum), schmeigeln (du.): cf. Weijnen Etymologisch Dialectwoordenboek, p. 185 s.v. "smeigelen"= vleien, mooi praten. Uit Hgd. s.v. "schmeicheln  smejchele (Oostrum) aanhalig doen, vleien, lief doen || flikflooien || vleien, flemen, naar de mond praten III-1-4
fopspeen fiep: fiep (Oostrum), tut: tut (Oostrum) fopspeen III-2-2
framboos framboos: framboe:s* (Oostrum) [DC 13 (1945)] I-7
freesbank, freesmachine frees: frēs (Oostrum) Een werkbank waarop freeswerkzaamheden worden uitgevoerd. De freesbank bestaat uit een verstelbare tafel en een as waarop een frees, een cirkelvormige stalen schijf met fijne inkervingen of tanden, kan worden vastgezet. Wanneer de frees draait snijden de tanden of inkervingen zeer kleine spanen van het te bewerken metalen voorwerp af totdat dit de vereiste vorm heeft gekregen. Het werkstuk rust daarbij op de tafel. [N 33, 350a; monogr.] II-11