e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oostrum

Overzicht

Gevonden: 1901
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huid huid: hút (Oostrum), vel: vèl (Oostrum) huid [DC 01 (1931)] III-1-1
huilen beuken: bäöke (Oostrum), huilen: hule (Oostrum, ... ), schreeuwen: schrewwe (Oostrum), schröwwe (Oostrum) huilen ve hond of wolf || huilen, schreien || overmatig huilen || schreien, huilen III-1-4, III-2-1
huis, woning huis: huus (Oostrum), Hoe langer hoe wieër van huus rake: steeds verder van het gestelde doel raken Ieder huus hit zien kruus: iedere familie kent wel eens zorgen en verdriet HuËs zien kruËs: wie huizen verhuurt heeft altijd last en ongemak  huus (Oostrum), knip: wat is dat toch een âlde knip  knip (Oostrum) benaming voor een huis || huis || woning III-2-1
huislook huislook: huusloeëk (Oostrum), putlook: vetplantje  putloeëk (Oostrum) huislook, daklook || putlook III-4-3
huismus, mus korenmus: koŏrmus (Oostrum), kormus (Oostrum), korenzeiker: korrezejker (Oostrum) Hoe heet de huismusch? [DC 06 (1938)] || huismus III-4-1
huisraad, inboedel huisraad: huusraod (Oostrum, ... ), meubilair: mubbelaer (Oostrum) huisraad || inventaris van het huis || meubilair III-2-1
huisvlieg, vlieg vlieg: vliēg (Oostrum) vlieg III-4-2
hulp, bijstand hulp: hölp (Oostrum) hulp, bijstand III-1-4
huwelijk echt: aecht (Oostrum) huwelijksverbintenis III-2-2
huwelijksgeschenk bruidstoebaat: bruudstoebaat (Oostrum) huwelijksgift III-2-2