e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opglabbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jongensonderbroek? onderboks: oenderboeks (Opglabbeek) Onderbroek voor jongens. [DC 62 (1987)] III-1-3
jongste kind pannenschrapsel: figuurlijk, volkse benaming  pannesjrapsel (Opglabbeek), scharketeltje: sjarkiêtelke (Opglabbeek) bijnaam voor de laatste uit een rij kinderen || laatstgeborene III-2-2
jood jood: eine jud, twie judden (Opglabbeek, ... ), ejnə jy(3)̄t, twijə jy(3)̄də (Opglabbeek, ... ), nə iūde, twīēͅ iø͂ͅēdən (Opglabbeek, ... ) Een jood, twee joden, [ZND 27 1938)] || Een jood, twee joden. [ZND 27 1938)] III-3-1, III-3-3
judas judas: eine judas (Opglabbeek), ejnə Jydas (Opglabbeek), nə iy(3)̄das (Opglabbeek) Een Judas (uitspraak van j als in ja? of zj als in Frans Jean?). [ZND 27 (1938)] III-3-3
juffrouw juffrouw: ioͅfroͅū (Opglabbeek), juffruiw (Opglabbeek), jøfrøyw (Opglabbeek) juffrouw [ZND 27 (1938)] III-3-1
jukbeen kaakbeen: káákbijn? (Opglabbeek) Jukbeen: het wangbeen onder het oog (koon). [N 84 (1981)] III-1-1
jukriem koppelriem: kǫpǝlrēm (Opglabbeek) Verbinding tussen het haam en de disselboom, als men met een tweespan rijdt. Verscheidene zegslieden verklaren dat een tweespan in hun gemeente niet (meer) voorkomt. [N 13, 12] I-10
jukstuk jukstuk: jøkstøk (Opglabbeek) Een schouderpas van een colbert uit één stuk. [N 59, 91] II-7
jumper golf: joͅləf (Opglabbeek) jumper, damesvest met mouwen en knopen [N 23 (1964)] III-1-3
jurk kleed: ans kleid is vèl langer dan des van mieke (Opglabbeek), ei bläw kleit (Opglabbeek), ein blâw kleid (Opglabbeek), ĕ blauw kleit (Opglabbeek), kleͅit (Opglabbeek, ... ), kəty(3)̄nə klēīt (Opglabbeek), kleedje: anna⁄s kleidje is vēͅl langer es det van mieke (Opglabbeek) blauw kleed [ZND 32 (1939)] || Een katoenen kleed. [ZND 41 (1943)] || jurk, japon, kleed van een vrouw [pon] [N 24 (1964)] || kleed [ZND A2 (1940sq)] || Kleed. Annas kleed is veel langer als dat van Mieke [ZND 44 (1946)] III-1-3